Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...
Zingen: Ps. 91:1
Stel je het volgende eens voor: Je fietst op een stil achteraf weggetje. Je bent op weg naar huis na een zaterdag hard werken voor je bijbaan. Wat je niet weet is dat er in de bosjes een man op de grond ligt te loeren naar je. Hij heeft een mes bij zich en heeft het op jou gemunt. Een nare gedachte vind je niet?! Gelukkig is dit maar een voorbeeld. Toch helpt het om de ernst van het onderwerp van vanavond te begrijpen. Wij allemaal hebben een vijand en hij heeft maar één doel: ons kapot maken. Een schokkende realiteit…
Je raadt waarschijnlijk al over wie ik het wil gaan hebben. Precies, over de satan. De grote tegenstander van God heeft een hekel aan alle mensen. Wat zeg ik, hij haat ze! Er wordt weleens gezegd dat de duivel alleen een hekel heeft aan Gods kinderen. Dit is echter niet volledig. De duivel heeft ook een hekel aan de rest van de mensheid. Dat komt omdat telkens wanneer de duivel een mens ziet, of die nu gelovig is of niet, hij een schepsel ziet wat naar het beeld van God is geschapen. Ook na de zondeval weerspiegelt elk mens iets van God. En dat kan de duivel niet uitstaan. Daar walgt hij van. Dat haat hij.
De Bijbel vertelt ons dat de satan en de demonen eens door God zijn geschapen, maar dat ze in opstand gekomen zijn tegen God. God heeft de satan en zijn volgelingen vervolgens uit de hemel geworpen. De Heere Jezus zegt hierover het volgende in Lukas 10:18b: ‘Ik zag den satan, als een bliksem, uit den hemel vallen.’ Sindsdien haat de duivel God en alles wat met Hem te maken heeft. Dat is ook de reden dat de duivel Adam en Manninne verleid heeft. Dit heeft ertoe geleid dat elk mens van nature, of we dat nu merken of niet, tot het rijk van satan behoort. En wie tot de duivel behoort, zal met de duivel vergaan. Openbaring 20:10 zegt daarover het volgende: ‘En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid’.
Aan het einde der dagen zullen de duivel en de demonen dus op een vreselijke manier gestraft worden. Het is zijn doel om tot die tijd zoveel mogelijk mensen te verleiden en mee te slepen de afgrond in. Iemand vergeleek de duivel daarom eens met een loverboy. Een loverboy paait je en verleidt je, maar maakt je vervolgens kapot.
Over de satan en zijn tactieken, zijn methoden, wil ik vanavond met jullie nadenken. De duivel heeft meerdere tactieken om beelddragers van God te beschadigen. Zo kan hij mensen bang maken, leugens influisteren, in slaap sussen, overprikkelen zodat er geen tijd en rust overblijft om Gods Woord te overdenken, ruzie in de kerk veroorzaken, enzovoort. Omdat de duivel zoveel tactieken heeft, moet ik een keuze maken. Graag wil ik één tactiek van de satan met jullie uitdiepen, namelijk die van ‘verleiding’. De Statenvertaling noemt dit ook wel ‘verzoeking’. De duivel heeft inmiddels ruim 6.000 jaar ervaring in het verleiden van mensen. Vanavond wil ik samen met jullie nadenken over wat verleiding is, hoe makkelijk wij in de verleidingen van de satan trappen en wat de Heere Jezus Christus hier tegen gedaan heeft en nog steeds doet.
In de voorbereiding heb ik nagedacht over hoe ik deze vragen het best kan benaderen. De antwoorden op deze vragen heb ik gevonden in Mattheüs 4:1-11. Dat willen we nu eerst met elkaar gaan lezen. Het kan helpen om de rest van de avond je Bijbel open te houden bij dit hoofdstuk zodat je goed kunt volgen waar ik ben.
Lezen: Mat. 4:1-11
In gedachten gaan we naar een klein dorpje in Israël. Het is een dag zoals alle anderen. Opeens wordt het erg druk in het doorgaans zo rustige stadje. Vele tientallen mensen lopen voorbij. Ze lopen allemaal richting de rivier de Jordaan. Verbaasd laat je je meevoeren door de grote groep druk pratende mensen. Bij de Jordaan aangekomen zie je een wat vreemd geklede man staan. Hij heeft het uiterlijk van een profeet en draagt een mantel van kamelenhaar. Indringend roept hij de mensen op tot bekering. Op het eerste gezicht lijkt het een prediker zoals die wel vaker voorkomen in Israël. Maar als je goed kijkt, zie je opeens iets merkwaardigs gebeuren. Die mannen die daar gedoopt worden, zijn geen gojim. Dat zijn geen heidenen, maar joden! En dat is niet alles, er gebeurt nog meer. Opeens daalt er vanaf de heuvels een groepje mannen af naar de Jordaan. In het midden van die groep loopt een joodse man die duidelijk de leider van de groep is. Dat zal wel een rabbi zijn, denk je. Plotsklaps zie je de man met de kamelenmantel druk gebaren en roepen. Wat hij precies zegt versta je niet, maar je ziet dat de man op zijn knieën valt voor die rabbi. De rabbi haalt de man overeind en vraagt hem wat. De man met de kamelenmantel schudt heftig zijn hoofd, maar geeft tenslotte toe. Hij loopt met de rabbi een eindje het water in en doopt Hem vervolgens. Verwonderd blijf je staan. Plotsklaps scheuren de wolken uiteen en valt er een brede lichtstraal op de rabbi. Je knippert met je ogen. Het lijkt wel alsof er een vogel dwars door de lichtstralen naar beneden komt vliegen. En dan gebeurt het. Iedereen kan het horen en houdt de adem in. Een grote stem spreekt: ‘Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!’ Even lijkt de tijd stil te staan. Als je opkijkt zie je alleen nog de man met de kamelenmantel staan. De rabbi is verdwenen.
Het moet voor de mensen bij de Jordaan een grote schok geweest zijn. Opeens is Jezus verdwenen. In ons gedeelte lezen we dat Hij naar de woestijn gebracht wordt. Daar zal Jezus door de duivel verzocht worden. Meteen valt iets bijzonders op. De Heilige Geest bracht de Heere Jezus naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel. Als wij verzocht worden komt het meestal doordat wij onszelf op gevaarlijk terrein gebracht hebben. Hier is het dus de Heilige Geest Die de Heere Jezus wegbrengt om verzocht te worden door de duivel. God de Vader beproeft hier Zijn Zoon of Hij staande zal blijven. En uit deze inleiding zal blijken dat wat de Heere Jezus daar gedaan heeft van levensbelang is voor het christendom! Hij is naar de woestijn gebracht om de grote tegenstander, de duivel, te ontmoeten. Alleen op die manier kon Hij onze grote fout in het paradijs herstellen. God de Vader beproeft dus Zijn Zoon. Beproeven is iets anders dan verzoeken. Verzoeken is met slechte intenties iemand proberen te laten zondigen. Beproeven is op een correcte manier kijken of iemand betrouwbaar is. God beproeft dus Zijn Zoon en verzoekt Hem niet. Anders zou God zondigen en dat is onmogelijk. Jak. 1:13 zegt daarover het volgende: ‘Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.’ God beproeft dus Zijn Zoon en de duivel verzoekt Hem.
De duivel tegenover Jezus. Hier ontmoeten als het ware twee rijken elkaar. Het rijk van de satan en het rijk van God. Hoe de duivel naar Christus toekwam weten we niet. Met een menselijke gedaante? Als geest? Of misschien zoals hij dat vaak bij ons doet, vermomd, zodat het net lijkt alsof die zondige gedachten die er opeens zijn, van onszelf zijn (Lloyd-Jones, 2004). Soms is dat ook zo, maar in veel gevallen worden deze gedachten ingegeven door de satan.
De duivel kan dus op laffe wijze vurige pijlen op je afschieten of met open vizier als een leeuw aanvallen. De duivel wordt in de Bijbel de leugenaar van den beginne genoemd. Luister dus niet naar hem! Als hij tegen je zegt: Geloof je nu echt wat daar in de Bijbel staat?! Zeg dan: Ik luister niet naar je satan en ben niet geïnteresseerd in wat je zegt. Ga niet in discussie met de satan! Hij is slimmer en sterker dan wij. Adam en Eva waren volmaakt en zij vielen. Wie zijn wij dan om te denken dat wij wel staande zullen blijven?!
Het verraste mij tijdens de voorbereidingen om te ontdekken dat de verleidingen in ons leven zo sterk kunnen zijn, juist omdat het niet om ons gaat(!) Verleidingen zijn een aanval van demonische machten op het rijk van de Messias. Om die reden worden ook Gods kinderen verzocht en verleid. Veel mensen denken dat Gods kinderen niet verleid kunnen worden. Dat zij geen last hebben van onreine begeerten, jaloezie, hoogmoed en noem maar op. De duivel grijpt hier gemeen op in. Het is een strategie van hem om te zeggen dat een ware christen niet verleid zal worden. Dit wil hij gebruiken om christenen wankelmoedig te maken (Lloyd-Jones, 2004).
Alleen de Bijbel kan ons raad geven op dit punt. Gods Woord leert dat een christen niet zondeloos wordt. Bijvoorbeeld in Rom. 6:6: ‘Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.’ Het lichaam der zonde moet teniet gedaan worden. Ofwel, gekruisigd worden. Er staat niet dat het lichaam der zonde weg is. Uiteindelijk zal de christen van de oude mens verlost worden. Dat kan bij de dood, wat voor Gods volk een doorgang is tot het nieuwe leven, gebeuren of bij de wederkomst van Christus. Tot die tijd moet de christen strijden tegen de zonde.
En laten we maar eerlijk zijn. Hoe vaak en hoe makkelijk trappen wij niet in de vallen van de satan? Zelfs na ontvangen genade. Zelfs nadat we hebben gezien dat er bij God waarheid is en bij de satan alleen maar leugen.
Zoals eerder gezegd is het bij de zondeval flink mis gegaan. Sindsdien is de schepping gegijzeld. En de gijzelnemer geeft de gijzelaars niet zomaar op. Dit betekent oorlog. En dat komt de Heere Jezus nu precies doen in de woestijn. Oorlog voeren. Maar in tegenstelling tot ons is de satan niet machtiger dan Christus. De duivel realiseert zich dit maar al te goed. Hij kan niet zomaar Jezus aanvallen. Daarom probeert hij Hem te verzoeken. Laf. Oneerlijk. Duivels.
Maar eerst even terug naar ons. Wat kunnen wij van de verzoeking van Jezus in de woestijn leren? Alleen dat Jezus beproeft en verzocht is geweest en staande is gebleven? Nee, er zit veel meer in dit indrukwekkende gedeelte. Want net zoals Jezus verzocht is geworden, zullen ook wij verzocht worden. Want Hij was net als wij. Ook wij zullen verzocht worden met de verleidingen van materialisme, zekerheid en status. Ook jij zal verzocht worden om voor jezelf te zorgen, jezelf te beschermen en jezelf te verhogen. In de verleidingen waarmee Jezus te maken kreeg is een rode draad te ontdekken: de duivel probeert ervoor te zorgen dat Jezus de zorg van God de Vader gaat minachten en ontkennen. En dat is ook precies wat hij ook bij ons probeert te bereiken.
In de geschiedenis van de verzoeking in de woestijn laat Jezus ons zien hoe wij staande kunnen blijven als we verleid worden. Namelijk door net als Hij volkomen op God de Vader te vertrouwen. Het grote gevaar is alleen dat wij de verleidingen van de satan niet serieus nemen. En neem van mij aan dat de duivel dat prima vindt! Hoe minder mensen in hem geloven hoe beter. Dat kun je vergelijken met Nederland anno 1940. Maar weinigen namen de ophanden zijnde invasie van de Duitsers serieus. Totdat het te laat was en ze compleet onder de voet werden gelopen. Daarom, spot niet met de kracht en sluwheid van de duivel. Ik las eens van een slachthuis in Amerika waar ze de volgende methode hanteerde: bij binnenkomst in het slachthuis kregen de koeien eerst goed te eten. Ze mochten rustig staan en werden niet opgejaagd. Op die manier liepen de koeien rustig in een sluis. Deze sluis sloot zich vervolgens heel langzaam, bijna onmerkbaar, achter hen. Dit geeft de koeien een prettig gevoel, omdat het lijkt alsof hun moeder zich tegen hen aan nestelt. Zo blijven de koeien rustig en blijft het vlees van de juiste kwaliteit. De koeien zijn zich van geen kwaad bewust, tot het moment dat een stalen pen dwars tussen hun ogen wordt geschoten.
Deze manier van rustig houden en meenemen richting het einde, is ook een tactiek van de satan. Echter, dit werkt niet bij Jezus. Hij kent Zijn tegenstander en daarom valt de duivel Hem met open vizier aan. De eerste aanval komt in vers 3: ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.’ Maar wat is daar nu verkeerd aan? Een beetje brood? Op dat moment heeft Jezus veertig hete dagen en veertig ijskoude nachten gevast. Hij is zeer verzwakt. Een mens kan precies veertig dagen zonder voedsel zonder permanente schade aan het lichaam op te lopen. Misschien herken je het gevoel dat je kan krijgen als je langere tijd niet eet. Eerst knort je maag, daarna krijg je lichte hoofdpijn en ten slotte voel je je licht in je hoofd. De satan komt dus op een moment dat Jezus zwak is. Dat doet hij trouwens ook bij ons. Misschien herken je dat wel. Op die momenten dat je gebedsleven verstomd is. Je slordig bent geworden in het Bijbellezen. Dan is hij er als de kippen bij. Of beter gezegd als een leeuw, zoekende wie hij verscheuren kan.
Maar de duivel maakt zich echt niet bezorgd omdat Jezus honger heeft. Welnee, hij probeert de Heiland te laten struikelen. Net zoals de duivel dat eens bij Adam en Eva heeft gedaan. De eerste Adam werd verleid in een door God gezegende tuin en hij viel. De tweede Adam werd verleid in een door God vervloekte woestijn en Hij overwon. Maar zover is het nog niet. ‘Indien Gij Gods Zoon zijt’. Dat brengt ons bij een belangrijke vraag. Had Jezus hier kunnen zondigen? Want als dat niet het geval is, is het ook niet echt een verleiding. Het antwoord is ja en nee. Nee, niet naar Zijn goddelijke natuur. Maar als je vraagt of Hij de stenen in brood had kunnen veranderen, Zichzelf van de tempel had kunnen gooien en de woorden ‘Satan is Heere’ had kunnen uitspreken, luidt het antwoord: Ja, zeker (Moore, 2011)! Je moet er niet aan denken wat er dan was gebeurd…
Jezus’ menselijke lichaam verlangde naar eten. Dit is een natuurlijk verlangen en op zichzelf niet verkeerd. Daarom is het juist zo gemeen dat de satan hiermee komt. Dat doet hij vaker. Ook wij hebben de natuurlijke behoefte naar voedsel, slaap, seksualiteit, liefde, enzovoort. En juist op die punten wil de duivel ons laten struikelen. Neem bijvoorbeeld Ezau. Ook hij had stevige trek. Hij werd zo’n slaaf van zijn behoefte dat hij zelfs zijn eerstgeboorterecht verkocht voor een bord soep. En wat te denken van de steeds sterker groeiende porno-industrie? Wij zijn als seksuele wezens geschapen. Daar is niets verkeerds aan. Maar de duivel weet dit precies zo te draaien dat velen voor dit gif vallen.
Seksualiteit in de Bijbel wijst heen naar een geestelijke realiteit. Het is een beeld van de innige gemeenschap tussen Christus en Zijn bruidskerk. De satan weet dit en hij walgt hiervan. Daarom is hij er alles aan gelegen om mensen juist op het zevende gebod te laten zondigen. Tegenwoordig dus vooral via digitale prostitutie (Moore, 2011). Wees daarom op je hoede. Wij worden in de gaten gehouden. De satan kent onze zwakke plekken en hij heeft vele duizenden jaren ervaring in het verleiden van mensen. Zo creëert hij mogelijkheden om te zondigen en wil zelfs nog wel helpen om de zonden een tijdje te verbloemen. Maar er komt een moment dat de satan, die je eerst hielp bij het zondigen, je keihard met je zonden confronteert en je wanhopig probeert te maken. Een hedendaags voorbeeld hiervan is affaire rondom de website Ashleymadison.com. Op deze Amerikaanse website konden mannen tegen betaling overspel plegen. Maar opeens lagen alle adressen op straat. Laf. Gemeen. Duivels. Vrijwel direct pleegden de eerste betrapte echtgenoten zelfmoord. Onder hen was ook een predikant. Een zwarte dag voor de kerk. Een geweldige dag voor satan.
Terug naar de eerste verleiding van Jezus door de satan. Brood. Simpel brood. Waarom is dat nu zo erg? Omdat als Jezus naar de satan had geluisterd Hij een duivelaanbidder was geworden in plaats van een Godaanbidder. Dan zou de Heere Jezus niet meer de Koning van Israël kunnen zijn en zouden wij ons hier vanavond zeker niet in een kerk bevinden. Maar er zit nog iets achter. Als de Heere Jezus naar de satan had geluisterd, had Hij God de Vader pijn gedaan. Net als een aardse vader voor zijn kinderen wil zorgen, wil de Heere dat voor Zijn eigen Zoon en voor Zijn aangenomen zonen en dochteren, ofwel de christenen. Hij duldt niet dat ze hun vertrouwen stellen op iets buiten Hem. Dat is wel gebeurd bij de zondeval. Manninne geloofde de satan op zijn woord en wantrouwde God. En in de woestijn wilde het volk Israël terug naar Egypte. Liever terug naar de farao dan vertrouwen op de Heere. Waar vertrouwen wij op? Op onze kracht? Ons verstand? Ons geld? Onze vrienden? De duivel wil niets liever dat je op hem daarop vertrouwt in plaats van op God en dat je zegt: ‘Eet, drink en wees vrolijk, want morgen sterven wij!’. Velen mensen in Nederland leven op die manier. Zij gaan van feest tot feest. Van vakantie tot vakantie. Van onrust tot onrust. Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God. Dan leer je wat anders belijden; ‘Eet, drink en wees vrolijk, want eerst was ik dood, maar nu ben ik levend in Jezus Christus de Heere!’. En dat geheim wil de satan nu voor je verborgen houden. Natuurlijk mag je naar JV. Je mag zelfs van de satan naar deze lezing luisteren. Maar wil je de duivel een plezier doen? Neem deze lezing dan alsjeblieft niet al te serieus. En ga vooral niet in gebed naar de Heere Jezus om bescherming tegen hem, want dan staat de duivel machteloos.
Jezus’ antwoord op de verleiding van de duivel is kort en krachtig: ‘Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat’. Waar Eva viel voor de verleiding van voedsel, blijft Jezus staande (Post, 2006). Gode zij dank!
We gaan naar de tweede verleiding van Jezus door de satan. De duivel neemt Jezus mee naar het dak van de tempel. Deze was maar liefst 91 meter hoog. Midden in het hart van de eredienst aan God. Ook in de kerk kan de duivel dus mensen verzoeken. Hoor, daar klinkt de tweede verleiding: ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.’
Werp Uzelf naar beneden. Dit was geen bedreiging of uitdaging, maar een preek (Moore, 2011). De satan haalt hier een gedeelte uit Gods Woord aan, namelijk uit Psalm 91. De duivel kent de Bijbel dus ook. Laten we hier rekening mee houden. Juist voor orthodoxe christenen zoals wij die behoorlijk wat Bijbelkennis hebben, is een van de tactieken van de duivel om Bijbelteksten te citeren met de bedoeling om het ongeloof te voeden. Bijvoorbeeld: ‘Er staat dat God liefde is. Maar waarom worden er dan mensen ziek?!’ Ook in Mattheüs 4 gebruikt satan de Bijbel op een verkeerde manier. Hij wil dat Jezus naar hem luistert en hem gehoorzaamt. Ook wil de satan dat Jezus niet op de zorg van Zijn Vader vertrouwt. Hij wil dat Jezus gaat testen of het wel echt waar is dat de Vader Hem zal beschermen. Het was de duivel al gelukt om het volk Israël aan de goede zorgen van God de Vader te laten twijfelen. Dit wilde hij ook bij Jezus proberen. Maar de Heere Jezus hoeft die goede zorgen niet te testen. Hij weet dat de Vader betrouwbaar is. Daarom zal Hij ook later tegen Petrus zeggen: ‘Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten?’ (Mat. 26:52-53)
Vertrouwen wij op Gods bescherming en zorg? Of vertrouwen we Hem alleen als het ons lichamelijk, psychisch, financieel en relationeel goed gaat? Juist wie op de Heere vertrouwt, zelfs als alles tegen ons lijkt, zal niet bedrogen uitkomen. En voor al die keren dat je je vertrouwen op iets anders dan op de Heere alleen hebt gesteld, is er vergeving mogelijk. Juist omdat de Heere Jezus dwars door alles heen op Zijn Vader bleef vertrouwen.
De duivel probeerde dus of Jezus de zorg van Zijn Vader ging uittesten en Hem daarmee niet op Zijn Woord zou geloven. Maar er was nog iets aan de hand. Als Christus Zich van het hoge tempeldak had laten vallen hadden de engelen Hem opgevangen. Zonder twijfel. Vele mensen zouden dit zien en geloven dat Jezus de Messias zou zijn. Tot die tijd hadden ze alleen maar slecht over Hem gedacht. Hij ging met hoeren en tollenaren om. Zijn moeder was in verwachting voordat ze getrouwd was. Roddel, spot, laster. Jezus weet wat het is om buitengesloten te worden. Hij weet wat het is als mensen je pijn doen en niet zien staan. Een sprong en dit zou voorbij zijn. Wat een gemene verleiding van de satan! Jezus hoefde Zich niet te bewijzen. Na Zijn doop had God de Vader immers luid en duidelijk gezegd dat Hij Zijn Zoon was. Daar bouwt de Heere Jezus op. Niet op de goedkeuring van andere mensen. Bovendien zou er nu ook het gevaar bestaan dat Zijn gang naar de kruisheuvel Golgotha zou worden afgesneden. En dat wilde de Heere Jezus niet. Daarvoor had Hij zondaren veel te lief.
Jezus ontleende dus Zijn identiteit aan wat de Vader van Hem zei. Waaraan ontleen jij je identiteit? En ik? Wat de mensen van ons vinden of denken? Of hoe de Heere ons ziet? Dit laatste geeft zo’n ontspanning. Dan hoef je jezelf niet meer te bewijzen. Voor een christen ligt zijn ware identiteit niet in wat mensen van hem vinden, of in wat voor positie hij heeft de maatschappij, of hij knap is of een grote bankrekening heeft. Nee! Het leven van een christen is met Christus verborgen in God (Kol. 3:3). De duivel wil maar al te graag dat we opkomen voor onze eigen belangen, onze eigen eer, onze eigen reputatie. Wat geeft het een rust als je je geen zorgen meer hoeft te maken over deze dingen.
We gaan naar de derde verzoeking van de Heere Jezus door de duivel. ‘Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid; En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden (Mat. 4:8-9).’ Om eerlijk te zijn snapte ik dit als kind nooit zo goed. Hoezo, kan de satan aan Jezus de koninkrijken der wereld geven? Die zijn toch al van God de Schepper?! Nee, dat waren ze op dat moment toch niet. De mensheid en de schepping waren onder de vloek van de zonde terechtgekomen en waren in het bezit gekomen van de satan (Boston, 2014). Jezus is gekomen op de mensheid en de schepping vrij te kopen. Stel je voor, dat Jezus hier had gebogen voor de satan… O, dat was zo verleidelijk om te doen! Want dan hoefde de Heere Jezus niet de vreselijke gang naar Golgotha te maken. Maar die troost was van korte duur geweest. De duivel was dan machtiger geweest dan God en hij had de schepping totaal vernietigd. Nee, de Heere Jezus wilde Zichzelf niet verhogen. Hij wil God de Vader verhogen! Daarin ligt ook een les voor ons. Leven wij voor de eer van God, dat Hij verhoogd wordt, of leven we voor onze eigen eer? Deze verleiding om helemaal voor onszelf te leven is demonisch van aard. Eigenliefde maakt de mens uiteindelijk kapot. Kijk maar naar filmsterren, popsterren enzovoort. Opgaan, blinken en verzinken. Trap niet in die verleiding! Leef met het gebed op de lippen: ‘Neem mijn leven, laat het Heer’ toegewijd zijn aan Uw eer!’. En zou je Hem niet willen dienen? Die Zijn Zoon in totale eenzaamheid liet hongeren in de woestijn en liet vechten met de satan met maar één doel: Gods kinderen te redden uit liefde? Is Hij niet al onze liefde en aanbidding waard?
Deze poging om Jezus te verzoeken eindigt met een bevel van Jezus aan de satan om weg te gaan. ‘Ga weg, satan’. Op dit machtswoord van Jezus moet de satan tandenknarsend gaan. Maar hij blijft niet lang weg. We lezen in de Evangeliën dat Christus telkens opnieuw lastig wordt gevallen door aanvallen van de boze. Ook vlak voordat Hij gekruisigd zou worden. Toen nam de duivel bezit van het hart van Judas. Hij ging vol haat Jezus verraden voor dertig zilverlingen. Dat was de prijs van een goedkope slaaf op de slavenmarkt. Zo laag loopt het af met iemand die door de duivel wordt geregeerd.
Gode zij dank heeft de Heere Jezus hier niet voor de oude slang, voor dat smerige reptiel, gebogen (Moore, 2011)! Nee, Hij heeft de glorie en rijkdommen van deze wereld afgewezen omdat Hij op weg was naar het kruis. Alleen op die manier kon Hij de gelovigen vrijkopen uit de macht van de satan. Gods volk zal eens met Christus over de aarde regeren. Misschien heb jij de Heere Jezus ook al lief gekregen. En als ik aan je vraag: ben je machtig? Dan zal je waarschijnlijk zeggen: Nee, helemaal niet. En toch zal je dat eens zijn. Want Gods kinderen zullen als koningen over de aarde regeren. Hoe ze aan die aarde zijn gekomen? Op een laffe, smerige manier zoals de duivel? Nee, want van hem is het afgepakt. Nee, Gods kinderen zullen het als zachtmoedige kinderen van God beërven. Ben je bang voor de satan? Ben je bang voor IS? Ben je bang voor alle ellende in de wereld? Wees gerust, de satan is banger voor jou dan jij voor hem. Want als de Heere Jezus je deel is, dan weet hij dat hij je niet uit de hemel zal kunnen houden. ‘Beef, satan! Hij, die ons geleidt, zal u de vaan doen strijken! Delf’ vrouw en kind’ren ’t graf, neem goed en bloed ons af, het brengt u geen gewin: wij gaan ten hemel in en erven koninkrijken! (M. Luther)’
Tot slot. Zoals ik al zei ontmoetten daar in de woestijn twee rijken elkaar. Het rijk van de satan en het rijk van de Messias. Wie overgaat tot het rijk van de Heere Jezus krijgt onherroepelijk te maken met strijd. Daarom heeft iedere christen ook een geestelijke wapenuitrusting nodig. En net als een aardse soldaat veel traint, moeten wij ook veel ‘trainen’. Daar bedoel ik mee dat de christen waakzaam moet zijn, zich moeten verdiepen in de Bijbel en veel de Heere moet zoeken in het gebed. Wat dat aangaat kunnen we veel leren van het volmaakte gebed, het Onze Vader. Daar leert de Heere Jezus ons bidden: ‘En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’. Let op, er staat niet: en als de boze komt geef ons dan veel kracht. Nee, de Heere Jezus weet hoe zwak we zijn. Hoe gemakkelijk de duivel ons kan verleiden tot roddel, jaloezie, onreine begeerten, hoogmoed, wetticisme en noem maar op. Daarom leert hij ons bidden: Verlos ons van de boze.
Hoe lang we dit gebed moeten bidden? Tot de jongste dag. Dan zullen de satan en de demonen samen met de smerige zondedrek worden weggespoeld in de eeuwige afgrond. Dan zal de Zonne der gerechtigheid voorgoed doorbreken. Dan mogen allen die de Heere Jezus liefhebben samen met Hem gaan wonen op de nieuwe aarde. Wat een dag zal dat zijn! Zal jij daar bij zijn?
Leerpunten
1. God kan een mens beproeven, de duivel wil een mens verleiden
2. Tijdens de verzoeking in de woestijn hebben twee rijken met elkaar gevochten. Het rijk van de satan en het rijk van de Messias
3. Alleen doordat Jezus Christus staande is gebleven in de woestijn kunnen al de keren dat wij wel in de verleidingen van de satan trapten, vergeven worden
4. Wij moeten niet proberen voor onszelf te willen zorgen, maar God als Vader laten zorgen
5. Wij moeten niet proberen onszelf te willen beschermen, maar God als Vader laten beschermen
6. Wij moeten niet voor onze eigen eer leven, maar tot Gods eer
7. In eigen kracht kunnen wij niet staande blijven in de verleidingen
8. Alleen door te vertrouwen op Gods Woord en op de Heilige Geest zijn we veilig voor verleidingen van de satan
9. Gods kinderen moeten beseffen dat Jezus Christus Zichzelf voor hen heeft doodgevochten in de woestijn en aan het kruis. En dat zij daarom ook zullen moeten strijden tegen de verleidingen van de satan
10. Uiteindelijk zal de satan en de demonen, met allen die Christus niet hebben liefgehad, weggespoeld worden in de hel
Zingen: Geb. des Heeren: 7,8 en 9
Literatuurlijst
Boston, T. (2014). De menselijke natuur in haar viervoudige staat. Houten: Den Hertog.
Lloyd-Jones, D.M. (2004). The Christian Warfare: An Exposition of Ephesians 6:10-13. Grand Rapids: The Banner of Truth Trust.
Moore, R.D. (2011). Tempted and Tried, Temptation and the triumph of Christ. Wheaton: Crossway.
Post, S.D. (2006). Duivels dichtbij. Heerenveen: Groen.
