ManVandaag: Jozua, afl. 13

Een dure vergissing

Na de indrukwekkende ceremonie bij de bergen Ebal en Gerizim maakt het volk zich gereed om verder te trekken. Dan opeens staat het volk oog in oog met een groep reizigers. Ze zeggen uit het buitenland te komen. Jozua ondervraagt hen, maar verzuimt tot de HEERE te bidden. Dat blijkt een dure vergissing.

Wat is het verband?

Geestelijke toerusting
Lees Jozua 9

Wederom volgt er een stop van de opmars van de Israëlieten. Net als bij Gilgal moet het volk opnieuw aan de HEERE worden toegewijd (Joz. 5). Ditmaal door het brengen van offers en door het luisteren naar de wet. Hiermee geeft het volk gehoor aan het bevel van hun vorige leider Mozes. ‘En het zal geschieden, als u de HEERE, uw God, zal hebben ingebracht in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; dan zult gij den zegen uitspreken op den berg Gerizim, en den vloek op den berg Ebal’ (Deut. 11:29). De offers moesten gebracht worden op een stenen altaar wat geplaatst werd op de berg Ebal. Dit was de berg van de vloek (Deut. 27:9-26). Vervolgens verzamelden zes stammen zich tegenover Ebal en zes stammen tegenover Gerizim. In het midden stond de ark des Verbonds. Tot eer van God en tot zegen van het volk (Joz. 8:33).

TOEPASSING – Bij de berg Ebal hoorde het volk de straffen op de zonde. Daar stond ook het altaar waardoor er verzoening en gemeenschap mogelijk was. Eeuwen later zou er een heuvel zijn waar de toorn over de zonde en de genade van God nog heerlijker zou schitteren. Kunt u nog zonder Golgotha?

Wat staat er?

Bedrogen
Terwijl het volk offers bracht maakten verschillende volken een pact met elkaar. Ze zullen samen tegen de Israëlieten strijden. De Gibeonieten kiezen voor een andere aanpak. Zij besluiten om door middel van een list een verbond te sluiten met de Israëlieten. De Heere had het volk uitdrukkelijk verboden om een verbond te sluiten met de inwoners van Kanaän (Ex. 23:32, Deut. 20:10-18). Als de Israëlieten de Gibeonieten ontmoeten, ondervragen ze hen. De Gibeonieten liegen over hun werkelijke identiteit en misbruiken hiervoor zelfs de Naam van de HEERE (Joz. 9:9). Ook laten ze beschimmeld eten, gescheurde wijnzakken en versleten kleding zien als ‘bewijsmateriaal’ voor de verre reis die ze gemaakt zouden hebben. Hiervoor bezwijken de Israëlieten. Zonder de HEERE te bidden sluiten ze een verbond met de Gibeonieten. Drie dagen later komen ze erachter dat ze bedrogen zijn. Omdat het verbond gesloten is in de Naam des HEEREN beschermt Jozua de Gibeonieten tegen de woedende Israëlieten die hen alsnog willen uitroeien. Jozua veroordeelt de Gibeonieten tot het hakken van hout en het putten van water voor het altaar des HEEREN. In plaats van een gewisse dood mochten de Gibeonieten nu meewerken aan de voorafschaduwing van het Evangelie in de offerdienst.

TOEPASSING – Net als bij de eerste aanval op Ai vergeet het volk ook hier om te bidden. Welke oorzaken leiden in de regel tot biddeloosheid? Kunt u voorbeelden uit de Bijbel geven waar biddeloosheid tot andere zonden leidt?

Wat betekent dit?

Biddeloosheid
Jozua 9 laat duidelijk zien dat biddeloosheid grote consequenties kan hebben (Joz. 9:14). Als het volk gebeden had, was de list van de Gibeonieten openbaar gekomen. Hoewel de list van de Gibeonieten begrijpelijk is, valt deze zonde niet goed te praten. Angsten, goede bedoelingen of menselijke redenaties zijn nooit een excuus voor de zonde. Een andere les uit dit gedeelte is dat een christen zich altijd aan zijn beloften moet houden. Ook als dit nadelig blijkt te zijn voor de persoon in kwestie. Deze geschiedenis wijst terug naar de eeuwigheid waar de Zaligmaker in de vrederaad aan Zijn Vader beloofde om de uitverkorenen vrij te gaan kopen in de tijd (Joh. 17). Deze plechtige eed betekende voor Christus onnoemelijk zwaar lijden en een vreselijke dood. 

TOEPASSING – Iemand zei eens: ‘Dienen is onderlangs gaan’. Welke concrete voorbeelden uit het leven van de Heere Jezus komen hierbij op in uw gedachten? Op welke momenten is dienen voor u geen moeite, maar een vreugde?

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22