ManVandaag: Bijbels man-zijn: Gezag

Gezag

Volgens velen heeft de Nederlandse cultuur te kampen met een ‘gezagscrisis’. Naar ouders, leraren, predikanten en andere gezagsdragers wordt niet zonder meer geluisterd, laat staan dat ze gehoorzaamd worden. En dat terwijl gezagsstructuren een gave van God zijn tot heil en bescherming van de maatschappij. 

Wat is het verband?

De bron van gezag
Lees Spreuken 29

Nadat de HEERE de hemel en de aarde geschapen had, heeft Hij orde in de chaos gebracht (Gen. 1:1-2). Deze orde is ook terug te zien in de gezagsstructuren die de Heere in Zijn wijsheid aan de schepping in het algemeen en aan de mens in het bijzonder heeft gegeven (Rom. 13). Met gezag (of autoriteit) wordt de macht van een persoon of organisatie bedoeld om een andere persoon of groep te leiden. De Bijbel geeft duidelijke richtlijnen als het gaat om autoriteit binnen de kring van het gezin, de overheid, de werkkring en de kerk (Ex. 20:12, Kol. 3:18-25). Waar aan gezag getornd wordt, komt wanorde en anarchie. De droevige realiteit is dat de ‘gezagscrisis’ waar Nederland mee te kampen heeft, niet nieuw is, maar stokoud. Sinds de zondeval wil ieder mens zijn eigen god zijn en zelf uitmaken hoe hij leeft.  

TOEPASSING – Ds. Jac. Van Dijk schreef eens over gezag: ‘Tegenwoordig hebben kinderen graag gehoorzame ouders’. Zou dit alleen in deze tijd spelen? Welke rol hebben vaders als het gaat om (geestelijk) leiding geven aan het gezin?

Wat staat er?

Gezag uitoefenen
In het Bijbelboek Spreuken wordt het onderwerp gezag in veel gevallen belicht vanuit de regering van een koning. Als een koning zijn gezag inzet voor het goede, zal er stabiliteit in het land komen en zullen zijn onderdanen hier wel bij varen (Spr. 20:8). De man die zijn gezag op een goede manier uitoefent, is als een moreel kompas voor degenen aan wie hij leiding mag geven. Het tegenovergestelde is helaas ook waar. Wie zich naar de mond laat praten, corrupt is of in leugens gelooft, laadt een grote schuld op zich (Spr. 29:4,12). Als de Heere iemand gezag geeft, op welk terrein van het leven dan ook, betekent dit een grote verantwoordelijkheid. Eigenbelang dient vermeden te worden, want het gaat om de eer van de Heere en het welzijn van de naaste (Spr. 16:12). Spreuken 29:14 is hierbij veelzeggend: ‘Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden’. Iemand die arm is, kan de koning niet terugbetalen. Hoe de koning de armen en verdrukten behandelt, is een lakproef voor zijn integriteit als gezagsdrager. 

TOEPASSING – De Engelse predikant R.M. McCheyne zei eens het volgende: ‘Mijn persoonlijke heiligmaking is van het grootste belang voor mijn gemeente’. Wat heeft dit voor betekenis voor de man van vandaag? Kunnen mensen die aan uw leiding zijn toevertrouwd zien dat u een ander leven kent? (Mat. 7:21)

Wat betekent dit?

Godsvreze
Gezag hoeft niet verdiend te worden, want het is een scheppingsgave. Gezag moet wel waar gemaakt worden. De man van vandaag mag niet weglopen voor zijn verantwoordelijkheden, maar dient met wijsheid en liefde gezagsdrager te zijn. Wie dit op een juiste wijze wil doen hoeft niet over een bepaald intellect of charisma te beschikken, maar over Godsvreze. Een gezagsdrager dient dus een nieuw hart in zich om te dragen. Alleen dan is er ware zelfverloochening mogelijk die nodig is om gezagsdrager te zijn. De Heere Jezus kwam niet naar deze aarde om gediend te worden, maar om te dienen (Mat. 20:28). Hij wilde de Heiland de voeten van Zijn discipelen wassen (2 Sam. 23:3-4, Joh. 13). Wie de Heere Jezus liefheeft, zal zo met de naaste om willen gaan zoals Hij dat deed en zich ook graag schikken onder het gezag van een ander (1 Pet. 2:17).

TOEPASSING – Een christen moet vanuit de liefde geduld hebben met de zwakheden en gebreken van degenen die over hem gesteld zijn (HC, Zondag 39). Deze houding gaat tegen de huidige tijdgeest in. Hoe kan de man van vandaag hier gestalte aan geven op zijn werk, in de kerk en thuis?

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22