Dagopening: Lukas 15:20-24

De thuiskomst van de verloren zoon 

Lukas 15:20-24 

Zelfverzekerd, arrogant en wellustig was de jongste zoon het vreemde land binnengekomen. Arm, hongerig en vol berouw verlaat hij het weer. Terug naar zijn vaderland. Terug naar vader. Nee, zijn zoon kan hij niet meer zijn. Misschien is er nog een kleine kans dat hij voor zijn vader mag werken. ‘Nog even en ik ben thuis. Hoe moet ik hem ooit onder ogen komen?’ Snelle voetstappen door het zand. ‘Vader? Dat kan toch niet? In het oosten rennen oude mannen niet. Zeker niet voor een wegloper als ik!’ Armen om hem heen. Een kus op zijn wang. Tranen. ‘Vader, ik heb tegen God en u gezondigd en ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.’ Maar vader laat hem niet uitpraten. ’Snel, breng het duurste kleed, een ring en schoenen en slacht het gemeste kalf! Laten we eten en vrolijk zijn, want deze mijn zoon was dood en is weer levend geworden!’ 

Wat zou de Heere Jezus met deze gelijkenis willen leren over bekering? Lees ook Lukas 15:11, kanttekening 7.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22