Beknopte theologie van Spreuken

Vraag wat Ik u geven zal

Toen Salomo om wijsheid bad,
Had God hem eerst al wijs gemaakt;
Want anders was zijn voorkeur wat
De wereldling het beste smaakt.

Zo nodigt God ook nu Zijn kind,
Maar leert het eerst hoe het kiezen mag;
Vraagt dan wat het belangrijk vindt,
En zegt dat Hij het geven zal.

En zegt U: ‘Vraag Mij wat u wilt’?
Heer’, schenk me uit Uw gouden hoorn;
Verlos me van mijn zware schuld,
Bevrijd van zonde, stil Uw toorn.

En lees mij uit mijn vrijspraak voor,
Geef dat ik van Uw vreugde weet,
En dat ik van Uw liefde hoor
Hoe hoog zij is, en lang, en breed.

Geen vragen meer als U dit schenkt,
Ik laat aan U, wat U dan doet;
Of U aan pijn of blijdschap denkt –
Bent U mijn God, dan is het goed.[1]

John Newton

Inleiding: Elk mens op deze aarde wordt geconfronteerd met keuzes en uitdagingen. Soms gaat dit over kleine zaken en soms over grote. Dit brengt de vraag met zich mee hoe een mens dit aardse leven ‘goed kan leven’. Deze zoektocht is van alle tijden. De Bijbel noemt iemand die het aardse leven ‘goed leeft’ een wijs persoon (Hebr. chakam). Maar hoe komt een mens aan deze wijsheid (Hebr. chokma)?[2] Onder andere uit het boek van de Spreuken. In dit boek is praktische, intellectuele, morele en geestelijke wijsheid te vinden.[3]

Het Bijbelboek Spreuken behoort tot de zogenaamde ‘wijsheidsliteratuur’. De belangrijkste wijsheidsboeken uit de Bijbel zijn Spreuken, Job en Prediker.[4] Met wijsheid wordt hier bedoeld dat iemand een bepaalde vaardigheid machtig is. In het Oude Testament komt dit woord voor de eerste keer voor als er gesproken wordt over de vaardigheden van mensen die priesterkleding moesten maken.

Daarna zult gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u doen naderen uit het midden der kinderen Israëls, om Mij het priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar, de zonen van Aaron. En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot heerlijkheid en tot sieraad. Gij zult ook spreken tot allen, die wijs van hart zijn, die Ik met den geest der wijsheid vervuld heb, dat zij voor Aaron klederen maken, om hem te heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene. (Ex. 28:1-3)

Maar ook over de vaardigheden van het maken van de tabernakel, de gave van zang, zeilen, metaalkunde, krijgskunde, scheepsbouw, etc. wordt in de Bijbel gesproken (Ex. 31:1-3, Jer. 9:16-17, Ps. 107:27, 1 Kon. 7:14, Jes. 10:13, Ez. 27:9). De mensen die deze vaardigheden bezaten werden als ‘wijs’ betiteld.

Koning Sálomo, de belangrijkste auteur van het Bijbelboek Spreuken, regeerde met wijsheid over het koninkrijk van Israël. Hij had van de HEERE de vaardigheid ontvangen om het land te regeren en de onderdanen voorspoed en vrede te brengen. Als auteur van het Bijbelboek Spreuken leert hij echter geen vaardigheden voor bepaalde technische zaken, maar voor het leven zelf![5] Daarom zijn Spreuken in de Bijbel meer een weten hoe, dan een weten dat.[6]

Samengevat kan men Bijbelse wijsheid dus typeren als een vaardigheid om in dit leven keuzes te maken naar Gods wil.[7] Op praktische wijze wordt deze wijsheid toegepast op het leven van alledag.[8] Of het nu gaat over de vraag hoe men zich tegenover God, ouders, kinderen, buren of de overheid moet verhouden, in Spreuken zijn antwoorden te vinden.[9]

Doel: Direct in het eerste hoofdstuk vertelt koning Sálomo het doel van de Spreuken.[10]

Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands; Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden; Om den slechten kloekzinnigheid te geven, den jongeling wetenschap en bedachtzaamheid. Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen; Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen. De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht. (Spr. 1:2-7)

Bovenstaande perikoop vormt de sleutel om het Bijbelboek Spreuken te begrijpen. De lezers en hoorders dienen naar wijsheid te zoeken én wijs te worden. Dit vraagt inspanning en toewijding.[11] Wijsheid behelst meer dan intelligentie, levenservaring of een goede opleiding. Zij is altijd verbonden met het kennen, dienen en liefhebben van de HEERE.[12] Hij is immers de Bron van alle wijsheid!

Alle wijsheidsboeken uit de Bijbel wijzen naar deze Bron van wijsheid: De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap (Spr. 1:7a). Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. (Pred. 12:13) Zie, de vreze des HEEREN is de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand. (Job 28:28b)

Maar wat betekent het nu om de HEERE te vrezen? Volgens O’Donnell is dit een ootmoedige en eerbiedige houding tegenover de HEERE, waarbij de gelovige op Hem bouwt en Hem de lof toebrengt.[13]

Auteurs: Net als het boek van de psalmen is Spreuken een verzameling van verzamelingen.[14] Dit betekent dat er meerdere mensen, geïnspireerd door de Heilige Geest, aan dit boek hebben meegewerkt. Koning Sálomo geldt als de belangrijkste auteur van het Bijbelboek Spreuken. Hij was de wijste man van het Oudtestamentische Israël. Om die reden luidt de Hebreeuwse titel van Spreuken Mishle Shelomoh, letterlijk de gelijkenissen van Sálomo.[15] Dit komt mede omdat de naam van Sálomo wordt vermeld aan het begin van drie delen van het Bijbelboek Spreuken (Spr. 1-9, 10:1-22:16, 25-29).[16]

Volgens 1 Kon. 4:29-32 sprak Sálomo maar liefst drieduizend spreuken uit, waarvan er ongeveer achthonderd zijn opgenomen in het Bijbelboek Spreuken: En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand, en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan den oever der zee is. En de wijsheid van Salomo was groter dan de wijsheid van al die van het oosten, en dan alle wijsheid der Egyptenaren; Ja, hij was wijzer dan alle mensen; dan Ethan, de Ezrahiet, en Heman, en Chalcol, en Darda, de zonen van Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom. En hij sprak drie duizend spreuken; daartoe waren zijn liederen duizend en vijf.[17]

Volgens 1 Kon. 4 was de wijsheid van Sálomo zo bijzonder, omdat God Zelf haar bron was (1 Kon. 4:29). Hierin ligt een belangrijke les voor een ieder die wijsheid zoekt. Als de Bron waar vanuit wijsheid voortkomt in het oog (en hart!) gehouden wordt, bewaart dit voor hoogmoed. Anders gezegd, het ontvangen van ware wijsheid is genade.

De wijsheid die Sálomo had ontvangen was superieur aan al de wijsheid van Mesopotamië en Egypte en aan al de wijsheid van Ethan, Heman, Chalcol, Darda en de zonen van Mahol. Niet zonder reden was de wijsheid van Sálomo bekend onder alle heidenen rondom Israël. Naast de Bron en superioriteit was de wijsheid van Sálomo ook vruchtbaar. Maar liefst drieduizend spreuken en duizend en vijf liederen bracht hij voort.[18] Of het nu gaat over goed en kwaad of over materiële zaken, Sálomo sprak erover. Hij leert ons dat ware wijsheid zowel omhoog als opzij kijkt en in de goede zin van het woord nieuwsgierig is naar nieuwe inzichten. De gehele werkelijkheid wordt bestudeerd omdat het Gods werkelijkheid is!

Hoewel wij niet het inzicht van koning Sálomo hebben, mogen en moeten wij als christenen anno nu met vreugde de schepping en Gods hand hierin bestuderen, bewonderen en aanbidden.[19]

Spreuken 22:17-24:34 bestaat uit ‘woorden van de wijzen’. Sommige van deze spreuken lijken sterk op die van de zogenaamde ‘Wijsheid van Amenemopet’. Dit document bestaat uit wijze raad van een Egyptenaar over hoe men een ‘succesvol leven’ kan leiden en is geschreven ergens tussen 1000-600 v. Chr. Het is goed mogelijk dat de Egyptische wijsheid-tradities spreuken heeft overgenomen uit de Hebreeuwse literatuur.[20]

Naast de spreuken van koning Sálomo en de wijzen, bevat het Bijbelboek ook gezegden van onbekende personen zoals Agur, de zoon van de Jake en koning Lemuël (Spr. 30:1, 31:1). Er zijn uitleggers die menen dat met Agur en Lemuël koning Sálomo zelf wordt bedoeld, maar dit is verre van zeker.[21]

Datering: Het grootste gedeelte van de spreuken is geschreven tijdens het leven van koning Sálomo. Hij leefde van 991-931 v. Chr. De spreuken van Sálomo uit de hoofdstukken 25-29 zijn ongeveer 230 jaar later verzameld door de mannen van Hizkía. Dit zijn ook spreuken van Salomo, die de mannen van Hizkia, den koning van Juda, uitgeschreven hebben. (Spr. 25:1) Met de ‘mannen van Hizkía’ worden vermoedelijk hofschrijvers bedoeld, die in opdracht van de koning de spreuken van Sálomo of een gedeelte daarvan hebben verzameld en opgeschreven.[22] In 722 v. Chr. was het tienstammenrijk jammerlijk ten onder gegaan. Met dat in het achterhoofd is het te begrijpen dat de godvruchtige koning Hizkía alles gedaan heeft om de religieuze erfenis van Juda veilig te stellen voor het nageslacht.[23]

Het Bijbelboek Spreuken, zoals het is opgenomen in de canon, is dus geredigeerd tijdens de regering van koning Hizkía, op de grens van de achtste en zevende eeuw v. Chr.[24]

Opbouw en structuur: Het Bijbelboek Spreuken bestaat uit korte instructies (veelal geschreven als imperatief): Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet (Spr. 8:33), uit verboden met een motivatie: Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort. Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, de ziel roven (Spr. 22:22-23) en uitgebreide toespraken van de wijze vrouw (Spr. 1:20-33) en van de dwaze vrouw (Spr. 9:1-6). Daarnaast kent het boek ook een aantal voorbeeldverhalen, zoals Spr. 24:30-34:

Opening: Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens;
Voorbeeldverhaal: En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was met netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken. Als ik dat aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, en nam onderwijzing aan;
Les: Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; Zo zal uw armoede u overkomen, als een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man.[25]

I. Het doel van Spreuken                                                                                     1:1-7
II. Spreuken voor de jeugd                                                                                  1:8-9:18    
        A. Gehoorzaam de ouders                                                                              1:8-9
        B. Vermijd slecht gezelschap                                                                         1:10-19
        C. Zoek wijsheid                                                                                            1:20-2:22
        D. Voordelen van wijsheid                                                                             3:1-26
        F. Vader roept op om wijsheid te zoeken                                                       4:1-13
        G. Ontwijk de goddeloze                                                                               4:14-22
        H. Behoed uw hart                                                                                         4:23-27
        I. Pleeg geen overspel                                                                                    5:1-14
        J. Wees trouw aan uw echtgenote                                                                  5:15-23
        K. Vermijd om borg te staan                                                                          6:1-5
        L. Wees niet lui                                                                                              6:6-19
        M. Pleeg geen overspel                                                                                  6:20-7:27
        N. Lof aan de wijsheid                                                                                   8:1-9:12
        O. De dwaze vrouw                                                                                        9:13-18

III. Spreuken van Sálomo                                                                                   10:1-24:34
        A. Over het contrast tussen de godvruchtige en de goddeloze mens            10:1-15:33
        B. Over het aanmoedigen tot een godvruchtig leven                                    16:1-22:16
        C. Over verschillende situaties                                                                      22:17-24:34

IV. Spreuken van Sálomo verzameld door Hizkía’s mannen                          25:1-29:27
        A. Over relaties tussen mensen                                                                     25:1-26:28
        B. Over verschillende handelingen                                                               27:1-29:27

V. De woorden van Agur                                                                                      30:1-33
VI. De woorden koning Lemuël                                                                          31:1-31
        A. Wijsheid voor leiders                                                                                 31:1-9
        B. De wijze vrouw                                                                                          31:10-31[26]

Belangrijke theologische lessen van Spreuken:

1. Praktisch én theologisch
Het Bijbelboek Spreuken staat vol met praktische adviezen om dit aardse leven ‘goed’ te leven.[27] Of het nu gaat over rijkdom, ouders, vrienden, seksualiteit, werk, woorden, zelfbeheersing, trots, gezondheid, vriendelijkheid, rechtvaardigheid, autoriteit of leiderschap, het Bijbelboek Spreuken geeft raad.[28]

Toch is Bijbelboek Spreuken geen ‘zelfhulpgids’, zoals wij om ons heen in de maatschappij aantreffen. Het boek kent namelijk ook een diepe theologische laag.[29] Het bevraagt de lezer op zijn of haar diepste drijfveren. Wie of wat is het dat u drijft? Staat er boven uw leven wijs of dwaas geschreven? Bouwt u op God of op de afgoden? Vanuit het Nieuwe Testament komt er nog meer klem op deze vraag: Bouwt u voor het leven van alledag op uzelf of op de Heere Jezus, hét toonbeeld van de ware wijsheid?[30]

2. De wijze, de dwaas en de onverstandige
In het Bijbelboek Spreuken worden meerdere soorten personen omschreven. Zij vormen als het ware een spiegel voor de lezer: hoe leeft u voor het aangezicht van God?[31]

De drie belangrijkste personen die uitgebreid worden beschreven zijn de wijze, de dwaas en de onverstandige. Hoewel een wijs mens niet zondeloos is, wil hij dagelijks de wil van de Heere doen. Dit is zijn lust en zijn leven! Tegenover de wijze staan de dwaas en de onverstandige. Een dwaas is iemand die zich blijft verzetten tegen Gods verbond. Dit gaat zelfs zover dat de dwaas zijn schuld niet aan God wil belijden. Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid. (Spr. 14:9) Zo iemand doet zijn ouders verdriet en heeft een verderfelijke invloed op zijn omgeving. Het wonder is dat er voor zulke mensen toch nog hoop is, zolang de genadetijd duurt.

Met de onverstandige (lett. de eenvoudige) wordt de luie, de lauwe mens bedoeld, die probeert op de tussenweg te lopen. Hij zoekt geen wijsheid, maar geeft zich ook niet over aan openlijke dwaasheid.[32]

3. God is soeverein
In Spreuken wordt God beschreven als de Schepper en Regeerder van de wereld. De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. (Spr. 3:19) De Schepper zoekt als de God van het verbond gemeenschap met de mens die Hij in Zijn beeld geschapen heeft. In Spreuken komen het beeld van God als Schepper en als God van het verbond samen.

Omdat God alles geschapen heeft, regeert Hij over alle dingen. Hij is soeverein en dient daarom geprezen te worden.[33] Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE. (Spr. 16:33) Zelfs de uitkomst van het werpen van het lot is in de hand van de HEERE.

Ook de gedachten en plannen van de mens vallen onder Gods soevereiniteit. In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. (Spr. 19:21) Dit geldt ook voor de machtigen van deze aarde. Zij wanen zich soms god, maar het is de HEERE die ook hen regeert. Des konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil. (Spr. 21:1)

Soms kan het leven moeilijk en onbegrepen zijn. Omdat God soeverein is roept Spreuken ons op om op Hem te vertrouwen. Het loopt Hem nooit uit de hand. Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken. (Spr. 3:5-6)

Er is niets voor de HEERE verborgen en Hij weet wat er in het hart van de mens leeft. De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden. (Spr. 15:3) De HEERE zal de goddeloze die de arme en de zwakke verdrukt niet ongestraft laten. Die den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn. (Spr. 17:5) Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort. Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, de ziel roven. (Spr. 22:22-23)

Wie daarentegen zijn hart openstelt voor de naaste in nood en hem of haar helpt zal door de Heere beloond worden. Die zich des armen ontfermt, leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden. (Spr. 19:17)

Op deze aarde leeft de rechtvaardige naast de goddeloze. Zowel de rechtvaardige als de goddeloze zullen op aarde tegenspoed en moeite ervaren.[34] In Spreuken wordt de rechtvaardige geen kalme reis, maar wel een behouden aankomst belooft. Wie met tegenspoed te maken krijgt, vindt troost in het Bijbelboek Spreuken. Wat de gelovige ook overkomt, de tegenspoed heeft nooit het laatste woord! Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen. (Spr. 24:16)

Wat er ook gebeurt op de aarde, de HEERE regeert. Dit geldt ook voor de moeitevolle omstandigheden waarin de gelovigen zich kunnen bevinden. Dat de HEERE over alle dingen van het leven soeverein is, is een belangrijke les van het Bijbelboek Spreuken. De twee andere wijsheidsboeken Job en Prediker benaderen deze waarheid ook, ieder vanuit hun eigen perspectief. Job bespreekt de worstelingen van een gelovige met het lijden. Prediker benadrukt dat het soms ingewikkeld kan zijn om de gebeurtenissen in dit leven te begrijpen.[35]

4. De zegen van goede familiebanden
Veel spreuken zijn tot stand gekomen in de context van een huisgezin.[36] Dit blijkt wel uit het feit dat het woord ‘zoon’ in vierenveertig verzen voorkomt ‘vader’ in vijftien en ‘moeder’ in elf verzen.[37] Echtgenoot en echtgenote worden aangespoord om elkaar trouw te blijven in het huwelijk. Dit mede met als doel om de kinderen voor te gaan in het geloof en in de zoektocht naar ware wijsheid. Zonden die de veiligheid van het gezin en de familiebanden aantasten worden daarom sterk afgewezen in het Bijbelboek Spreuken.[38]

Omdat veel spreuken betrekking hebben op de familiebanden en dan met name op de jeugd, zijn er uitleggers van mening dat de auteurs van het Bijbelboek onder andere als taak hadden om de jeugd op te voeden. Dit verklaart de pedagogische strekking van het boek.[39] Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten. (Spr. 4:1)

5. Vleesgeworden wijsheid
In Spreuken 8 wordt de wijsheid gepersonifieerd en beschreven in al haar volmaaktheid. Haar oorsprong is goddelijk, het is de bron van al het leven, zij is rechtvaardig en de mens die haar zoekt zal haar ontvangen.

De HEERE bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan. Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan. Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.[40] Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld. Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte; Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde; Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen. (Spr. 8:22-31)[41]

De wijsheid is geïncarneerd met de komst van de Heere Jezus Christus naar deze aarde.[42] Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing. (1 Kor. 1:30) Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus; In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn. (Kol. 2:2-3)

De Wijsheid die de gelovige liefdevol wenkt is dus niemand anders dan de Heere Jezus Christus, terwijl de dwaasheid die ons probeert te verleiden alles is wat wij in de plaats van de Schepper zetten (Rom. 1:22-23).[43]

6. Spreuken geeft een realistische kijk op het leven
Dit eeuwenoude Bijbelboek leert ons om wijs en niet naïef in het leven te staan.[44] Het laat zien dat we moeten letten op de motieven en handelswijzen van de mensen waarmee wij omgaan. Want ook in het oude Israël had niet ieder mens zuivere bedoelingen. Zo waren er prostituees die uitkeken naar klanten en waren er oplichters actief die de goedgelovige klant financieel wilden benadelen.[45] Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon.

7. Spreuken leert om wijs om te gaan met onze naaste
Het Bijbelboek Spreuken leert om wijs om te gaan met onze naaste. Dit kunnen onze vrienden zijn (25:17, 27:14,17), maar ook de ruziemaker (26:17), de dwaas (23:9) of de machtige van deze wereld (23:1-3, 25:15).[46]


Vragen:
1. Sommige mensen vinden Spreuken best moeilijk om te lezen. Hoe zou dat komen? Herkent u dit?
2. Koning Sálomo gaf spreuken door aan het nageslacht. Zijn er in uw familiekring ook spreuken die doorgegeven worden van generatie op generatie?
3. Wat wil het zeggen als een generatie niet meer wil weten van de wijsheid van vorige generaties? Waar kan dit toe leiden?
4. Lees Spr. 6:6-11. Welke lessen liggen er in dit gedeelte?
5. Lees Spr. 26:4-5. Wat valt u op? Wat betekenen deze verzen?
6. Sommige verklaarders menen dat koning Lemuël een andere naam voor koning Sálomo is. Lees Spr. 31:3 en 1 Kon. 11:1. Onderbouwen deze verzen bovenstaande visie?
7. Lees Spr. 31:3 en 10. Wat valt u op?
8. In Spr. 31 wordt een vrouw beschreven die een dienstbaar leven leidt ten opzichte van haar man, kinderen, gemeenschap en de armen.[47] Hiervoor wordt ze geprezen. Hoe wordt in onze maatschappij tegen ‘dienstbaarheid’ aangekeken?
9. Wat leren Mar. 9:35, 10:31 en Fil. 2:6-8 ons over dienstbaarheid?


Bibliografie
Arnold, B.T., Beyer, B.E. In Ontmoeting Met Het Oude Testament: Een Historisch En Theologisch Overzicht. Heerenveen: Groen, 2015.
Belcher Jr., R.P. Finding Favour in the Sight of God: A Theology of Wisdom Literature. New Studies in Biblical Theology. Vol. 46, Downers Grove: InterVarsity Press, 2018.
Bijbel Met Uitleg: Statenvertaling. Apeldoorn: De Banier, 2015.
Bridges, C. A Commentary on Proverbs. Geneva Series of Commentaries. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1977.
Brons, H. Zie Christus' Liefde, Rijk En Vrij: Vertaalde Hymnes Uit Gadsby's Bundel. Apeldoorn: De Banier, 2021.
Bull, J. The Life of John Newton. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2007.
Busenitz, N. (red.). Mannen Van Het Woord: Levenslessen Van Mannen Die Met God Wandelden. Doorn: Het Zoeklicht, 2012.
Davis, D.R. 1 Kings: The Wisdom and the Folly. Focus on the Bible. Fearn: Christian Focus, 2009.
De Boer, P.A.H. (red.). Zoals Er Gezegd Is over De Wijsheid. Phoenix Bijbel Pockets. Vol. 16, Hilversum: De Haan N.V., 1966.
Dempster, S.G. Dominion and Dynasty: A Biblical Theology of the Hebrew Bible. New Studies in Biblical Theology. Vol. 15, Downers Grove: InterVarsity Press, 2003.
DeVries, S.J. 1 Kings. Word Biblical Commentary. Nashville: Thomas Nelson, 2003.
Dillard, R.B., Longman III, T. Inleiding Op Het Oude Testament. Heerenveen: Groen, 2002.
English Standard Version Study Bible. Wheaton: Crossway, 2008.
Fee, G.D., Stuart, D.K. How to Read the Bible for All Its Worth. Michigan: Zondervan, 2003.
Frame, J.M. The Doctrine of the Christian Life. Phillipsburg: P&R Publishing, 2008.
Keil, C.F., Delitzsch, F. Proverbs, Ecclesiastes, Song of Solomon. Commentary on the Old Testament. Vol. 6, Michigan: William B. Eerdmans, 1978.
Klein, W.W., Blomberg, C.L., Hubbard Jr., R.L. Introduction to Biblical Interpretation. Nashville: Thomas Nelson, 2004.
Laarman, G., Van Raalte J., Van Herksen J. De Boeken Spreuken, Prediker, Hooglied. De Bijbel Toegelicht Voor Het Nederlandsche Volk. Kampen: Kok, 1952.
Lane, E. Proverbs: Everyday Wisdom for Everyone. Focus on the Bible. Fearn: Christian Focus, 2007.
Longman III, T. How to Read Proverbs. Downers Grove: InterVarsity Press, 2002.
Malka, V. Wijsheid in Woorden: Joodse Spreuken. Baarn: Ten Have, 1995.
Murphy, R.E. Ecclesiastes. Word Biblical Commentary. Vol. 23a, Nashville: Thomas Nelson, 1992.
———. Proverbs. Word Biblical Commentary. Vol. 22, Nashville: Thomas Nelson, 1998.
Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments. Nashville: Thomas Nelson, 1996.
Newton, J. Wise Counsel: John Newton's Letters to John Ryland Jr. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2009.
O'Donnell, D.S. The Beginning and End of Wisdom: Preaching Christ from the First and Last Chapters of Proverbs, Ecclesiastes, and Job. Wheaton: Crossway, 2011.
Post, J.J.H. Gerechtigheid En Recht: Bijbelse Kernbegrippen Juridisch Belicht. Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers, 2020.
Sproul, R.C., Mathison, K.A. The Reformation Study Bible. Orlando: Ligonier Ministries, 2005.
Treur, J.W.J., "Beknopte Theologie Van De Psalmen," jwjtreur.blogspot.com, 2021.
Van Mourik, J. Het Beloofde Woord. Inleiding Op Het Oude Testament. Cursus Godsdienst Onderwijs (Cgo). Hendrik-Ido-Ambacht: Tinto Media, 2020.
VanGemeren, W.A. New International Dictionary of Old Testament Theology & Exegesis. Vol. 4, Michigan: Zondervan, 1997.
Vriezen, Th.C., Van der Woude, A.S. De Literatuur Van Oud-Israël. Wassenaar: Servire, 1989.
Wingate, K.B. A Father's Gift: Lessons from Proverbs. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2014.


[1] John Newton, n.a.v. 1 Kon. 3:5, geciteerd in: H. Brons, Zie Christus' liefde, rijk en vrij: Vertaalde hymnes uit Gadsby's bundel (Apeldoorn: De Banier, 2021), 71-72. Zie ook: J. Bull, The life of John Newton (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2007). J. Newton, Wise counsel: John Newton's letters to John Ryland Jr. (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2009).
[2] ‘Wisdom is the ability to see life as God sees it.’ Bron: K.B. Wingate, A Father's Gift: Lessons from Proverbs (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2014), 195.
[3] D.S. O'Donnell, The Beginning and End of Wisdom: Preaching Christ from the First and Last Chapters of Proverbs, Ecclesiastes, and Job (Wheaton: Crossway, 2011), 36.
[4] Sommige theologen rekenen ook Hooglied tot de wijsheidsliteratuur, net zoals sommige psalmen. Bron: R.P. Belcher Jr., Finding Favour in the Sight of God: A theology of wisdom literature, vol. 46, New Studies in Biblical Theology, (Downers Grove: InterVarsity Press, 2018), 10. Zie ook: J.W.J. Treur, "Beknopte theologie van de Psalmen," jwjtreur.blogspot.com, 2021.
[5] S.G. Dempster, Dominion and dynasty: A biblical theology of the Hebrew Bible, vol. 15, New Studies in Biblical Theology, (Downers Grove: InterVarsity Press, 2003), 202.
[6] J.M. Frame, The doctrine of the Christian life (Phillipsburg: P&R Publishing, 2008), 351.
[7] G.D. Fee, Stuart, D.K., How to Read the Bible for All Its Worth (Michigan: Zondervan, 2003), 225.
[8] ‘Die wijzen waren nauwelijks geïnteresseerd in abstracte begrippen en vraagstellingen, zoals: ‘Wat is waarheid?’, of: ‘Wat is intelligentie?’ Ze hebben allereerst de mens willen leren zijn plaats op waardige manier in te nemen in de symfonie van de wereld.’ Bron: V. Malka, Wijsheid in woorden: joodse spreuken (Baarn: Ten Have, 1995), 12.
[9] ‘De bedoeling van een dergelijke verzameling is ook om de mens ertoe te brengen een bepaalde levensweg, die van volstrekt geloof en handhaven van overgeleverde traditie, te laten volgen. Degene, die uit het leven de juiste ervaring put, en tot de conclusie komt, waartoe vorige geslachten ook al gekomen zijn, is de Chacham, de wijze.’ Bron: P.A.H. (red.) De Boer, Zoals er gezegd is over de Wijsheid, vol. 16, Phoenix Bijbel Pockets, (Hilversum: De Haan N.V., 1966), 66.
[10] T. Longman III, How to read Proverbs (Downers Grove: InterVarsity Press, 2002), 13.
[11] English Standard Version Study Bible, (Wheaton: Crossway, 2008), 1131.
[12] Bijbel met uitleg: Statenvertaling, (Apeldoorn: De Banier, 2015), 970.
[13] O'Donnell, The Beginning and End of Wisdom: Preaching Christ from the First and Last Chapters of Proverbs, Ecclesiastes, and Job, 37.
[14] B.T. Arnold, Beyer, B.E., In ontmoeting met het Oude Testament: Een historisch en theologisch overzicht (Heerenveen: Groen, 2015), 314.
[15] Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments, (Nashville: Thomas Nelson, 1996), 185.
[16] De spreuken van Salomo, den zoon van David, den koning van Israël (Spr. 1:1) De spreuken van Salomo. (Spr. 10:1a) Dit zijn ook spreuken van Salomo, die de mannen van Hizkia, den koning van Juda, uitgeschreven hebben. (Spr. 25:1)
[17] ‘Five and a thousand’: an oriental way of speaking meaning ‘more than a thousand.’ Bron: S.J. DeVries, 1 Kings, Word Biblical Commentary, (Nashville: Thomas Nelson, 2003), 74.
[18] Vermoedelijk heeft Sálomo, naast zijn eigen spreuken, ook andere spreuken verzameld en bewerkt (Pre. 12:9). ‘This verse describes his activity rather than his book. The total effect is to place him firmly within the wisdom tradition: weighing, examining, correcting the sayings, as illustrated by the dialectic in chaps. 7 and 8.’ Bron: R.E. Murphy, Ecclesiastes, vol. 23a, Word Biblical Commentary, (Nashville: Thomas Nelson, 1992), 125.
[19] D.R. Davis, 1 Kings: The Wisdom and the Folly, Focus on the Bible, (Fearn: Christian Focus, 2009), 48-49.
[20] Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments, 185.
[21] Bijbel met uitleg: Statenvertaling, 968.
[22] Het Nieuwe Testament beschouwt dit deel van het boek als onderdeel van de geïnspireerde canon (verg. bijv. Spr. 25:6-7 met Luk. 14:7-10, Spr. 25:21-22 met Rom. 12:20, etc.). Bron: C. Bridges, A Commentary on Proverbs, Geneva Series of Commentaries, (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1977), 462.
[23] J.J.H. Post, Gerechtigheid en recht: Bijbelse kernbegrippen juridisch belicht (Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers, 2020), 240.
[24] J. Van Mourik, Het beloofde Woord. Inleiding op het Oude Testament, Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO), (Hendrik-Ido-Ambacht: Tinto Media, 2020), 155.
[25] W.W. Klein, Blomberg, C.L., Hubbard Jr., R.L., Introduction to Biblical Interpretation (Nashville: Thomas Nelson, 2004), 390-92.
[26] Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments, 188-89.
[27] ‘The goal of the teaching is formation of character, and this transcends the casuistry that forms a necessary part of ethical thought.’ Bron: R.E. Murphy, Proverbs, vol. 22, Word Biblical Commentary, (Nashville: Thomas Nelson, 1998), 276.
[28] Wingate, A Father's Gift: Lessons from Proverbs, vii. N. (red.) Busenitz, Mannen van het Woord: Levenslessen van mannen die met God wandelden (Doorn: Het Zoeklicht, 2012), 137-48.
[29] ‘Daarbij valt het ons op, dat de Naam des Heeren betrekkelijk weinig in ons boek genoemd wordt. De gedachte zou daarom kunnen opkomen, dat we hier in veel opzichten te doen hebben met menschelijke [sic.] wijsheid, misschien soms zelfs van een zekere humanistische strekking. Wanneer we echter naar den achtergrond van deze wijsheid vragen, dan zullen we merken, hoe die steeds weer opkomt uit het Woord van God, al wordt niet altijd opzettelijk Zijn Naam genoemd.’ Bron: G. Laarman, Van Raalte J., Van Herksen J., De boeken Spreuken, Prediker, Hooglied, De Bijbel toegelicht voor het Nederlandsche volk, (Kampen: Kok, 1952), 7-8.
[30] Longman III, How to read Proverbs, 158.
[31] Wingate, A Father's Gift: Lessons from Proverbs, 172.
[32] English Standard Version Study Bible, 1132.
[33] R.C. Sproul, Mathison, K.A., The Reformation Study Bible (Orlando: Ligonier Ministries, 2005), 872.
[34] W.A. VanGemeren, New International Dictionary of Old Testament Theology & Exegesis, vol. 4 (Michigan: Zondervan, 1997), 1091.
[35] Belcher Jr., Finding Favour in the Sight of God: A theology of wisdom literature, 46, 53-55.
[36] Dit is een kenmerkend voor spreuken uit het oude oosten.
[37] ‘Compare that to the word daughter, which is never used, and you start to get this point. That’s not to say that Proverbs has nothing to say to daughters, women, old men, or children, but it is to say that boys are the target audience here.’ Bron: O'Donnell, The Beginning and End of Wisdom: Preaching Christ from the First and Last Chapters of Proverbs, Ecclesiastes, and Job, 48.
[38] Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments, 187.
[39] Th.C. Vriezen, Van der Woude, A.S., De literatuur van Oud-Israël (Wassenaar: Servire, 1989), 279.
[40] ‘Before the mountains had been shaped, before the hills, I was brought forth.’ (Spr. 8:25 ESV)
[41] ‘She turned her love to the earth for the sake of man, and to man not merely as a corporeal, but especially as a spiritual being, to whom she can disclose her heart, and whom, if he receives her, she can bring back to God.’ Bron: C.F. Keil, Delitzsch, F., Proverbs, Ecclesiastes, Song of Solomon, vol. 6, Commentary on the Old Testament, (Michigan: William B. Eerdmans, 1978), 193.
[42] Nelson's Complete Book of Bible Maps & Charts: Old and New Testaments, 188.
[43] R.B. Dillard, Longman III, T., Inleiding op het Oude Testament (Heerenveen: Groen, 2002), 304.
[44] Zie ook Luk. 16:8.
[45] E. Lane, Proverbs: Everyday Wisdom for Everyone, Focus on the Bible, (Fearn: Christian Focus, 2007), 13.
[46] Lane, Proverbs: Everyday Wisdom for Everyone, 13-14.
[47] O'Donnell, The Beginning and End of Wisdom: Preaching Christ from the First and Last Chapters of Proverbs, Ecclesiastes, and Job, 57.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22