Lezing: Huwelijk, echtscheiding en single-zijn volgens 1 Korinthe 7

Geachte studenten,

Hartelijk dank voor de uitnodiging om samen met u na te denken over 1 Korinthe 7. Ik heb deze lezing verdeeld in drie delen. Graag wil ik eerst kort de achtergrond van dit hoofdstuk bespreken. Daarna wil ik samen met u kijken naar wat er staat in 1 Korinthe 7 om vervolgens te eindigen met een aantal lessen voor vandaag de dag. Na de pauze zullen we dan met elkaar wat gespreksvragen bespreken.

De achtergrond van 1 Korinthe 7

Zoals jullie weten was er in Korinthe veel mis op het gebied van de seksualiteit.[1] Niet voor niets betekende het Griekse spreekwoord ‘korinthiazo’ ‘leven als een Korinthiër’ en dit was niet bepaald een compliment. De stad stond in de toenmalige wereld al bekend om de losbandigheid en prostitutie. Wat de situatie in Korinthe extra schrijnend maakte is dat de prostitutie in veel gevallen religieus gelegitimeerd werd. Vele vrouwen beschadigden hun lichaam en ziel tot meerder eer en glorie van de afgoden. Om van hun bezoekers nog maar te zwijgen…

Het is in deze donkere maatschappij waar vrouwen misbruikt werden, dat het licht van het evangelie kracht deed en harten veranderde. Er ontstond een christelijke kerk. Uit Handelingen weten we dat de gemeente vooral bestond uit heidenchristenen. Dit blijkt ook uit 1 Kor. 12:2 waar Paulus schrijft: ‘Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werd’. Het waren deze heidenen die bevrijd waren van de dode afgoden en nu in de levende God geloofden. En toch, betekende dit niet dat ze direct los waren van hun Romeinse achtergrond.

Het was een diepgewortelde overtuiging van de Romeinen dat de jeugd uit de hogere sociale klasse in de periode van jongvolwassen tot volwassen mocht doen en laten wat ze wilden. Sterker nog, dit werd van ze verwacht. Grote feesten met overmatig voedsel, drank en seksualiteit werden als normaal beschouwd. Het lichaam is slechts de kerker van de ziel en was dus van ondergeschikt belang. Men moest gewoon de lusten van het lichaam volgen. Wil het lichaam eten? Dan geef je het eten. Wil het lichaam drinken? Dan geef je het lichaam drinken. Wil het lichaam seksuele gemeenschap? Dan zorg je ervoor dat het lichaam dat krijgt. Kortom, de gedachte: ‘Alles is mij geoorloofd’ was het credo van de Korinthiër.

Het verdrietige is dat veel heidenen die christen werden deze gedachte meenamen de gemeente in. ‘Alles is mij geoorloofd’, want ik ben vrijgekocht door Christus (1 Kor. 6:12). Natuurlijk mag ik offervlees eten, natuurlijk hoef ik geen hoofdbedekking meer te dragen, natuurlijk bepaal ik zelf wat de beste geestelijke gave is, etc.

Nadat Paulus Korinthe had verlaten, hebben bovenstaande zaken tot problemen geleid. Hierop schreef de apostel een brief aan de gemeente waarin hij de gelovigen opriep om zich niet met seksueel immorele mensen te vermengen (1 Kor. 5:9).[2] Paulus doelde hiermee op de gelovigen die doorgingen met het leiden van een seksueel immoreel leven. Helaas werd dit totaal verkeerd begrepen. Men dacht dat Paulus hen opriep om zich helemaal te distantiëren van alle seksueel immorele personen. Dit was in Korinthe praktisch gezien onmogelijk![3] Bovendien waren er ook christenen wiens echtgenoot of echtgenote nog heiden was. Zouden zij van hen moeten scheiden? Dat mag toch niet? Of bedoelt Paulus dat ze wel met hen getrouwd mogen blijven, maar dat ze geen seksualiteit meer met hen mogen hebben? Kortom, de verwarring was compleet!

Paulus gaat in 1 Korinthe in op deze vragen en verwarring. Gezien de achtergrond van de stad en de gemeente hoeft het ons dus niet te verbazen dat Paulus in deze brief incest (5:1-13), prostitutiebezoek (6:12-20) en seksualiteit binnen het huwelijk aan de orde stelt (7:1-7).[4] Vooral dit laatste punt hopen wij vanavond wat verder uit te diepen.

De inhoud van 1 Korinthe 7

Huwelijksplicht en de gave van getrouwd én niet getrouwd zijn (7:1-9)
In het eerste vers gaat Paulus in op een zaak waarover sommige van de gelovigen in Korinthe hem een brief geschreven hadden: ‘het is goed voor een mens om geen vrouw aan te raken’.[5] Het is niet zo vreemd dat er christenen in Korinthe waren die op dit standpunt stonden. Met zoveel ellende op dit gebied is het wellicht beter om dan maar helemaal geen seksuele gemeenschap meer te hebben, zo dacht men. Er waren zelfs christenen die dit als een teken van ware godsvrucht zagen(!)[6]

Paulus gaat niet mee met deze begrijpelijke, doch foute tegenreactie.[7] Zowel misbruik van seksualiteit als het bewust onthouden van seksualiteit als men al getrouwd is, is niet de bedoeling. De Bijbel geeft ook hierin de norm aan. Seksualiteit is een gave van God die een man en vrouw geestelijk één laat worden en heenwijst naar de gemeenschap tussen Christus en Zijn Kerk (Éf. 5:32).[8]

De apostel gaat dus niet mee in de gedachte dat het goed zou zijn om geen seksuele omgang binnen het huwelijk te hebben of dat zelfs het huwelijk fout zou zijn. Juist om overspel te voorkomen is het goed om in het huwelijk te treden. Dit betekent echter niet dat er geen perioden mogen zijn waarin man en vrouw geen seksualiteit met elkaar hebben, maar in plaats daarvan gaan vasten en bidden. Dit is toegestaan, maar dan alleen als men hier beiden voor kiest en van tevoren afspreekt hoelang deze periode duurt. Wat dat aangaat is de apostel een realist. Hij kent de kracht van de seksuele begeerte en de zwakheid van de heiligen.[9]

Om de radicaliteit en het unieke van het christendom goed te begrijpen, moeten we beseffen dat de vrouw in de Grieks-Romeinse wereld eigendom was van de man en dat hij met haar mocht doen en laten wat hij wilde. Hoe anders de leer van de Bijbel! ‘De man zal aan de vrouw de schuldige goedwilligheid betalen; en desgelijks ook de vrouw aan den man. De vrouw heeft de macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.’ (1 Kor. 7:3-4)

Man en vrouw hebben beide rechten en plichten in de band van het huwelijk. ‘Schuldige goedwilligheid’ betekent letterlijk dat de man en vrouw schuldig zijn om elkaars seksuele behoeften te bevredigen. Vers 4 gaat nog verder en stelt dat je jezelf weggeeft aan de ander in de diepste zin van het woord. D. Jackman zegt het in zijn commentaar op 1 Korinthe heel treffend: ‘The essence of love is self-giving, and that is expressed in the physical union of the married couple, confirming and deepening their oneness at every other level of life and personality’.[10]

De gedachte dat men niet getrouwd kan zijn én volledig aan Christus kan zijn toegewijd, wordt hier ontkracht. Net als de gedachte dat als je dan toch getrouwd bent, je jezelf moet onthouden van seksualiteit. Integendeel! Juist door jezelf weg te schenken ga je vechten tegen de zelfgerichtheid die ieder mens van nature heeft en ga je iets verstaan van de diepe band tussen Christus en Zijn bruidsgemeente. Anders gezegd, een leven met de Heere kan niet samengaan met een huwelijk waarin man en vrouw niet geestelijk en lichamelijk één zijn.

Toch zegt Paulus in de verzen 7 en 8 dat hij wilde dat alle mensen waren zoals hij, namelijk ongetrouwd.[11] Dit geldt zeker voor hen die single-zijn en voor de weduwen.[12] Hierin ligt een belangrijke les. Het niet getrouwd zijn of niet meer getrouwd zijn is geen mindere staat dan wel getrouwd zijn, al is de Bijbel duidelijk dat het een zegen is als God mensen bij elkaar brengt (Gen. 2:22). Maar single-zijn is niet minder dan getrouwd zijn.[13] Sterker nog, zowel single-zijn als getrouwd zijn kent eigen uitdagingen én kansen om dienstbaar te zijn in het Koninkrijk van God.

Rachel Gilson zegt hierover het volgende in haar zeer lezenswaardige boek Vernieuwd en onveranderd: ‘Single christenen communiceren met hun leven dat er een waarachtiger huwelijk aanstaande is en dat ze bereid zijn hun leven daarop te bouwen. De single man communiceert – ook als hij niet voor een leven als single heeft gekozen en het hem zwaar valt – hoe sterk Jezus verlangt naar Zijn vrouw, de gemeente. De single vrouw communiceert het verlangen van de gemeente die niet bij de HEERE is. Zij laat zien hoezeer Hij het wachten waard is’.[14]

Maar als de staat waarin een mens leeft bestuurd wordt door God, waarom raadt Paulus de ongetrouwde christenen in Korinthe dan aan om single te blijven? Mag hij dat eigenlijk wel doen als het God is Die dit bestuurt? De reden dat Paulus dit doet heeft alles te maken met de moeilijkheden waarin de kerk van die dagen zich bevond.[15] Dit staat in vers 26: ‘Ik houde dan dit goed te zijn, om den aanstaanden nood, dat het, zeg ik, den mens goed is alzo te zijn’. Let wel, dit is een advies van de apostel. Geen bevel! Sterker nog, Paulus acht het verbieden van het huwelijk als een teken van de ‘grote afval’ die zal komen in de laatste dagen (1 Tim. 4:1-5).

Paulus acht het dus beter om ongetrouwd te blijven met het oog op de aanstaande nood van de kerk. Maar als iemand die ongetrouwd is merkt dat zich niet kan onthouden, dan is het beter om te trouwen. Let wel, Paulus degradeert het huwelijk hier niet als een oplossing voor seksuele driften, maar als een gave van God waarbinnen de seksualiteit haar rechtmatige plaats heeft.

Getrouwd zijn met een christen (7:10-11)
In deze verzen gaat Paulus in op de vraag hoe getrouwde christenen uit Korinthe om moeten gaan met het huwelijk. In tegenstelling tot vers 6 waar Paulus een mogelijkheid beschrijft, wordt in deze verzen een bevel beschreven: verbreek de huwelijkse band niet.[16] Maar hoewel het gebod tegen echtbreken duidelijk is, leven de Korinthiërs (en wij) wel in een gevallen wereld. Daarom wordt, als toch tot echtscheiding wordt overgegaan, dit verdrietige proces wel gereguleerd.[17] Dit blijkt uit vers 11. Als de vrouw de man verlaat, dient zij ongetrouwd te blijven óf zich met hem te verzoenen, dat wil zeggen terug te keren tot haar man. Als de vrouw ongetrouwd blijft, is er nog een weg terug ter verzoening. Om die reden wordt hertrouwen hier verboden.[18]

Het is mogelijk dat er echt christenen in de gemeente van Korinthe van elkaar gescheiden waren, omdat ze dachten dat ze op die manier geheel voor de Heere konden leven.[19] Het kan ook zijn dat men onder invloed was gekomen van een ascetische dwaalleer waarin het terugtrekken uit het leven van alledag werd gepropageerd.[20] Hoe het ook zij, het antwoord van de apostel is glashelder: niet scheiden en als men dit toch gedaan heeft niet hertrouwen.

Getrouwd zijn met een niet-christen (7:12-16)
In deze verzen gaat het over een huwelijk waarin een christen met een heiden is getrouwd. Dit kwam in de context van Korinthe veel voor. De Bijbel verbiedt om te trouwen met iemand die God niet dient, maar in deze jonge gemeente waren deze huwelijken reeds gesloten voordat een van de partners tot geloof kwam (2 Kor. 6:14-15). Het kan zijn dat de christenen zich gedwongen voelden om hun ongelovige man of vrouw te verlaten. Wellicht dachten ze dat hun geestelijk leven werd gehinderd door seksuele omgang met een heiden.[21]

In vers 12a staat: ‘Maar den anderen zeg ik, niet de Heere’. Dit betekent dat God in het Oude Testament geen specifiek bevel had gegeven over deze gemengde huwelijken. Paulus, geïnspireerd door de Heilige Geest, legt vervolgens uit dat dit wel wettige huwelijken zijn in Gods ogen. Als de heidense partner tevreden is om bij de christen te blijven wonen, mag de christen dus niet scheiden.[22] Sterker nog, de christen moet zich inzetten om het huwelijk met de niet-christelijke partner in stand te houden, want de heidense partner en de kinderen die uit het huwelijk voortkomen, zijn hierdoor geheiligd (7:14). Hiermee bedoelt Paulus niet dat zij door het geloof van de christelijke partner behouden zijn, maar dat ze apart gezet zijn. Ze zijn hierdoor in de lichtcirkel van Gods genade gekomen. Het evangelie wordt ze dagelijks voorgeleefd. De Heere is machtig dit te zegenen en hen te brengen vanuit het duister tot Zijn wonderbaar licht. De christen moet de heidense partner en de kinderen dus niet verlaten, maar voor hen bidden en hen in liefde dienen. Dit gold toen, maar dit geldt nu nog steeds als één van de echtgenoten christen wordt en de ander niet.

Maar wat als de niet-christelijke partner toch een einde aan het huwelijk maakt? Dan mag de christelijke partner de ander laten gaan. Een christen is geroepen tot vrede en hoeft niet eindeloos in conflict te leven om zo de ongelovige partner vast te houden. Paulus stelt hier in vers 16 een retorische vraag over, omdat hij begrijpt dat dit moeilijk is voor een christelijke partner die niets liever wil dan dat de niet-christelijke partner behouden wordt: ‘Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig maken?’ Deze vraag is niet te beantwoorden en daarom hoeft de christen een huwelijk wat hem of haar tot een slaaf maakt en waarvan de niet-christelijke wederhelft deze wil ontbinden, niet koste wat kost in stand te houden.[23]

De plek in het leven die de Heere heeft gegeven (7:17-24)
Dit gedeelte van 1 Kor. 7 vormt het hart van het gehele hoofdstuk. De verzen 17 tot en met 24 horen bij elkaar aangezien vers 17 begint met de woorden: ‘gelijk de Heere een iegelijk geroepen heeft’ en vers 24 afsluit met de woorden: ‘Een iegelijk, waarin hij geroepen is, broeders, die blijve in hetzelve bij God’. Ook in het midden van dit gedeelte vinden we deze woorden: ‘Een iegelijk blijve in die beroeping, daar hij in geroepen is’ (7:20). Dat een mens moet blijven in de roeping waarin hij geroepen is geldt zowel voor het geloof, in de verzen 17 tot 19 gaat het over de besnijdenis, als over het werkzame leven als slaaf, waarover wij lezen in de verzen 21 tot 24.[24]

Maar waarom legt Paulus de nadruk op het blijven in de roeping waarin men geroepen is? Om dit te begrijpen moeten we in het oog houden hoe revolutionair het christendom was. Naarmate de tijd verstreek kwamen de Romeinen er hoe langer hoe meer achter dat het christendom sterk groeide. Dit vond men verontrustend. Daar kwam nog bij dat iedereen christen kon worden, ongeacht sociale klasse of geslacht. De klassenbewuste Romeinen werden hier aardig nerveus van. Maar dat was nog niet alles. De christenen claimden dat een ter dood veroordeelde crimineel de langverwachte Messias was en dat Hij weer was opgestaan. En alsof dat niet genoeg was, beweerde men ook dat de goden van de Romeinen niet bestonden. Dit alles vonden de Romeinen behoorlijk ontwrichtend.

Wellicht dat ook Paulus inzag dat het christendom, indien verkeerd gebruikt, voor een sociale aardverschuiving kon zorgen. Wat als de christenen hun vrijheid in Christus verkeerd gingen gebruiken en zich gingen ontworstelen aan de bestaande structuren? Dat zou de voortgang en de aantrekkingskracht van het christendom ernstig kunnen aantasten. Laat staan als de kerk gesloten huwelijken zou ontbinden en families uit elkaar zouden vallen. Omdat dit niet de bedoeling is, herhaalt Paulus maar liefst drie keer op oproep om te blijven in de roeping waarin God de christenen geroepen had.[25]

Achter deze oproep ligt het diepe vertrouwen dat Gods soevereiniteit over het leven van ieder mens gaat. Deze goddelijke leiding begint niet pas als iemand de Heere leert kennen. De omstandigheden waarin wij leven zijn niet toevallig, maar door de Heere zo geleid. Binnen de door God gegeven omstandigheden hebben wij te zoeken hoe wij de Heere en de naaste in liefde kunnen dienen.

De gelovigen zijn duur gekocht (7:23).[26] De gelovigen zijn vrij in Christus en hoeven zich niet het juk op te laten leggen door allerlei onbijbelse raadgevingen op te volgen. De druk om te scheiden van hun heidense partner, of het zich onthouden van seksualiteit, etc. mogen ze naast zich neerleggen.

Zonder zorgen (7:25-40)
In dit gedeelte van 1 Kor. 7 spreekt Paulus opnieuw andere groepen uit de gemeente aan, namelijk de singels en de weduwen. Hierbij blijft zijn boodschap in essentie dezelfde: blijf in de roeping waarin je geroepen bent.[27] Om dit gedeelte van 1 Kor. 7 goed te begrijpen is het nodig om in het achterhoofd te houden dat jonge vrouwen in de eerste eeuw (financieel) afhankelijk waren van hun ouders of voogden. Zij waren degenen die bepaalden of ze in het huwelijk mochten treden.

Het lijkt erop dat de vaders en wellicht ook de mannen die verloofd waren, Paulus om advies hebben gevraagd of ze nu wel of niet een huwelijk mochten plannen. Ook was er behoefte aan advies over de vraag of christelijke weduwen vrij waren om opnieuw te trouwen.[28] In het kort komt het antwoord van de apostel hierop neer: het is voor beide groepen toegestaan om met een christelijke man te trouwen. Maar wie ervoor kiest om niet te trouwen, doet daarmee geen zonde. Dit met het oog op de aanstaande nood.

Wat met deze ‘aanstaande nood’ bedoeld wordt is niet met volle zekerheid te zeggen. Sommige exegeten menen dat dit gaat over de seksuele immoraliteit in Korinthe. Anderen wijzen op de ophanden zijnde vervolgingen en weer anderen menen dat Paulus doelt op het feit dat de kerk zich in de laatste dagen bevindt en dat Christus spoedig zal weerkomen. Deze laatste uitleg lijkt in ieder geval te kloppen als we kijken naar vers 29 en 31: ‘Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is; opdat ook die vrouwen hebben, zouden zijn als niet hebbende.’ ‘En die deze wereld gebruiken, als niet misbruikende; want de gedaante dezer wereld gaat voorbij’. Ook het feit dat Paulus wil dat de gelovigen in Korinthe, zonder bekommernis, zonder zorgen zijn, lijkt deze uitleg te bevestigen (7:32). Een ongehuwd christen heeft geen zorgen over man, vrouw of kinderen. Zo iemand kan zich helemaal richten op God en Zijn Koninkrijk.[29]

Hoewel in het huwelijk treden geen zonde is, kan het huwelijk wel extra zorgen met zich meebrengen. Dit geldt zeker in tijden van nood. Het maakt ook dat iemand zijn of haar aandacht moet verdelen en daarom niet volledig voor bijvoorbeeld de zending kan werken. Juist christenen zouden moeten realiseren dat dit aardse bestaan fragiel en tijdelijk is. Zij zijn tenslotte op reis naar een beter vaderland (Fil. 3:20, Hebr. 11:13-16). Daarom moeten zij die met een vrouw getrouwd zijn, leven alsof ze die niet hebben, die verdrietig zijn, als niet verdrietig zijnde, etc. (7:29-31). Dit betekent dat de christen moet realiseren dat deze huidige tijd en huidige huwelijkse staat eens voorbijgaan.

Dit advies om niet vast te zitten aan de dingen van deze wereld geldt ook voor ons anno nu. Wat we bezitten, doen en waar we van dromen, zijn veelal tijdelijke zaken. Deze zaken zijn niet intrinsiek verkeerd. Integendeel! Maar het is nodig te beseffen dat het schaduwen zijn die heenwijzen naar de nieuwe aarde, waar deze dingen ‘echter zijn’ dan wij ons nu kunnen voorstellen. Het leven op de nieuwe aarde zal namelijk niet minder, maar méér leven zijn! Die zaken waar we in dit leven van mogen genieten moeten ons in dankbaarheid aan Gods genadetroon brengen. Of zoals Augustinus eens zei: ‘Wij moeten de aarde gebruiken om God te genieten en niet andersom’.[30]

Als we dit toepassen op de boodschap van 1 Kor. 7, zouden we kunnen zeggen dat de vrijgezelle christen niet verdrietig, angstig of gefrustreerd hoeft te zijn omdat hij of zij (nog) geen relatie heeft. Natuurlijk mag men biddend zoeken naar een levenspartner waarmee hij of zij de Heere kan dienen, maar dit mag niet het leven gaan beheersen. Een relatie mag geen afgod voor ons worden, net zoals de seksualiteit in Korinthe een afgod was. Wij mogen heilig ontspannen met deze zaken omgaan, omdat we mogen weten en geloven dat God alle dingen bestuurt.

Hier zit nog wat anders achter. De Bijbel leert duidelijk dat een mens zijn of haar identiteit en levensvervulling ten diepste alleen in Christus kan vinden (Gal. 2:20a). De leugen dat iemand pas geslaagd is als hij of zij een passionele en romantische relatie heeft, wordt door de Bijbel ontkent. Niet dat christenen niet mogen genieten van elkaar, maar hun relatie wijst heen naar de liefde tussen Christus en de Kerk. Anders gezegd, een relatie tussen christenen dient zowel een horizontale als een verticale focus te hebben.

Het is goed dat wij dit in onze kerkelijke gemeenten erkennen. Het is God Die mensen bij elkaar brengt. Juist jonge mensen kunnen zich soms behoorlijk ongelukkig voelen, omdat zij zich onder druk gezet voelen om maar zo snel mogelijk een partner te zoeken. Het zou de kerk sieren als zij mensen die (voorlopig) de gave van single-zijn hebben gekregen op een positieve wijze benadert en hen stimuleert en faciliteert dat zij hun talenten en ongedeelde aandacht aan de verspreiding van Gods Koninkrijk kunnen geven.[31] Dit alles met als doel om de Heere te behagen en om heilig te leven in lichaam en geest (7:32, 34).

Lessen uit 1 Korinthe 7

In dit gedeelte van de lezing wil ik wat lessen uit 1 Korinthe 7 bespreken, waarbij de focus op u als studenten ligt. Ik wil graag een drietal lessen noemen: 1. Het huwelijk en seksualiteit zijn gaven van God. 2. De Bijbel heeft een boodschap voor mensen die een relatie hebben, getrouwd zijn, single-zijn en voor hen die weduwe of weduwnaar zijn. 3. Bid om en zoek naar een christelijke levenspartner.

1. Het huwelijk en seksualiteit zijn gaven van God. Dit lijkt een open deur, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat de tijd waarin wij leven lijkt te suggereren dat wij mensen het huwelijk hebben uitgevonden. Want wij bepalen toch of wij trouwen, wanneer wij trouwen, met wie wij trouwen en met wie en wanneer wij de seksualiteit beleven, etc.

Hoe anders in het begin! Daarover lezen wij in het Bijbelboek Genesis waar staat dat God man en vrouw schiep naar Zijn beeld als kroon op Zijn schepping (Gen. 1:26). De mens werd geschapen om heerschappij te hebben over de aarde, om zich te vermenigvuldigen en om een relatie van liefde, gehoorzaamheid en vreugde met God en de naaste te hebben (Gen. 1:26-28).[32]

Na de schepping van de man, heeft God de vrouw niet gebouwd uit het stof van de aarde, maar uit de rib die Hij van Adam genomen had. Nadat de Heere de vrouw geschapen bracht Hij haar tot Adam. Deze roept vol blijdschap uit: Deze is ditmaal been van mijn benen en vlees van mijn vlees! Dit zijn de eerste opgeschreven woorden van een mens. Bijzonder om te beseffen dat deze eerste, opgeschreven woorden van een mens een liefdesverklaring is!

In het vers dat op deze liefdesverklaring volgt wordt de instelling van het huwelijk beschreven: ‘Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn’ (Gen. 2:24). ‘Één vlees’ betekent hier geslachtsgemeenschap waardoor man en vrouw in relationele en organische zin één worden. Een man en een vrouw, die uit de rib van Adam gemaakt is, worden één. Er wordt weleens gesproken over het huwelijk als een vereniging tussen man en vrouw, maar eigenlijk is dit dus een hereniging! Het huwelijk en de bijbehorende seksualiteit waarmee dit verbond bekrachtigd wordt, zijn dus afkomstig van God en ingesteld in het paradijs. En zie, het was zeer goed.

We weten helaas hoe dit is afgelopen. Adam en Eva namen een hap van de verboden vrucht en de vrucht ‘beet terug’. Hierop werden ze uit de hof van Eden verdreven. Hun hemel op aarde was er niet meer, tenminste, zolang God de hemel niet op aarde terugbracht (Gen. 3:15).[33]

Maar wat een wonder! De gave van het huwelijk en de seksualiteit zijn, hoewel de praktijk vaak barsten en scheuren vertoont, als liefdevolle instellingen van God bewaard gebleven. Maar sinds de zondeval en tot aan de jongste dag zullen deze zaken aangevallen blijven worden. Het is goed dat we ons hiervan bewust zijn. Want ook hier geldt: het bederf van het beste is het slechtste. Wat hebben wij mensen elkaar al veel leed aangedaan door te zondigen tegen het zevende gebod. En dan begrijpt u, dat we daar niet alleen echtscheiding mee bedoelen. Denk in dit geval ook aan de destructieve macht van seksualiteit als deze ingezet wordt tot het bevredigen van de eigen behoeftes, zonder hierbij rekening te houden met de ander.

Voor onwettige geslachtsgemeenschap, prostitutie, onkuisheid en ontucht wordt in het Grieks van 1 Korinthe een woord gebruikt wat u kent: porneia. Hier is ons woord porno van afgeleid.[34] Deze verzamelterm klinkt abstract, maar besef dat achter dit woord ontelbaar veel beschadigde lichamen en zielen en gebroken harten schuilgaan. In die zin is er niets nieuws onder de zon en heeft 1 Korinthe niets aan actualiteit ingeboet.

K. DeYoung beschrijft dit glashelder in zijn boek Woorden om te leven: ‘Geen enkele relatie kan zo intiem, heerlijk, inspirerend en vreugdevol zijn als de huwelijksrelatie en geen enkele ervaring binnen die huwelijksrelatie kan zo intiem en krachtig zijn als seks. Dus spreekt het vanzelf dat dat duivel zijn zinnen op seks en het huwelijk heeft gezet. We moeten verwarring, misverstanden, verdraaiing en pijn verwachten, niet omdat seks en huwelijk slecht of niet de moeite waard zouden zijn, maar juist omdat het zulke goede gaven zijn’.[35]

2. De Bijbel heeft een boodschap voor mensen die een relatie hebben, getrouwd zijn, single-zijn en voor hen die weduwe of weduwnaar zijn. Zoals gezegd, mogen man en vrouw in een huwelijk de eenheid tussen Christus en de bruidskerk weerspiegelen naar de wereld om hen heen. Een vrijgezelle vrouw kan het verlangen van de Kerk naar de Bruidegom uitstralen en een weduwnaar kan bidden voor de gemeente en de jonge mannen van de gemeente bij staan met raad en daad. Dit zijn enkele lessen die de Bijbel geeft als het gaat om relaties in de brede zin van het woord.

De hoofdboodschap uit 1 Kor. 7 luidt: de staat waarin je je bevindt is niet toevallig, maar door God gegeven. ‘Een iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de andere alzo.’ (1 Kor. 7:7b) Dit geldt dus voor getrouwde christenen als voor hen die single zijn. Natuurlijk betekent dit niet dat je niet mag zoeken of verlangen naar een partner. Dat mag zeker, want wij zijn als beelddragers van God geschapen met een behoefte naar veiligheid, geborgenheid en intimiteit. En daarnaast is het goed om te beseffen dat een staat waarin God je gesteld heeft tijdelijk kan zijn. Het is dus niet eens single, altijd single.

Door je staat als een gave van God te beschouwen worden wij bewaard voor de angst om over te schieten of een al te sterke focus op het vinden van een partner. De Heere weet wat ieder mens nodig heeft, ook op dit gebied. Hier is het goed om in gedachten te houden dat alleen het geloof in de Heere Jezus Christus ware levensvervulling en vrede kan geven. Een vriendin van mij die op latere leeftijd trouwde vertelde eens dat zij dacht dat als ze getrouwd zou zijn, ze meer rust en vrede zou vinden. Naar eigen zeggen zocht ze in haar huwelijk iets wat alleen Christus kan geven. En dat bleek. Toen ze dit inzag en hier vergeving voor had gevraagd, gaf dit juist extra glans aan haar huwelijk, omdat ze toen pas die rust en vrede vond waar haar hart zo naar uitging.[36]

3. Bid om en zoek naar een christelijke levenspartner. Hoewel Paulus duidelijk stelt dat het niet minder is om geen relatie te hebben of om niet getrouwd te zijn, is het huwelijk wel een gave van God. Ook hierin geldt: bidt en werkt. Of beter gezegd, bidt en zoekt. 1 Kor. 7 is duidelijk dat een christen alleen een liefdesrelatie met een andere christen aan mag gaan. U begrijpt dat dit verder en dieper gaat dan iemand vinden ‘van hetzelfde kerkverband', al staat dit er niet los van.

‘Ja, maar, wat nu als je verliefd wordt op iemand die geen christen is? Daar kan je toch niets aan doen?!’ Dit klopt niet. Misschien kun je er niets aan doen dat je verliefd wordt, maar je bent hier niet geheel passief in. Wat dat betreft zijn de Engelse en de Duitse beschrijvingen van verliefdheid illustratief. De Engelse spreken over ‘to fall in love’. Hier wordt dus vooral de passieve kant van verliefdheid beschreven. De Duitsers daarentegen spreken over ‘sich verlieben’. Actief dus. De waarheid zal ook hier in het midden liggen. Je kunt verliefdheid niet zomaar oproepen, maar aan de andere kant ben je geen willoze speelbal van je gevoelens.[37] Bovendien ben jij degene die er uiteindelijk voor kiest om deze gevoelens naar de ander te uiten en een relatie met die ander aan te gaan.

‘Ja, maar, een neef van mij heeft een vrouw die buiten de kerk is opgegroeid en die nu meegaat naar de kerk. Dat is juist toch mooi?!’ Het is mooi dat deze vrouw nu meegaat naar de kerk. Als ze haar hart niet alleen aan haar man is kwijtgeraakt, maar ook aan de Heere Jezus is dat een groot wonder waar we dankbaar voor mogen zijn. Toch leert de praktijk dat een relatie tussen een christen en een niet-christen meestal niet goed gaat. Dit is ook niet verwonderlijk aangezien het tegen het Woord van God ingaat (2 Kor. 6:14).

‘Ja, maar de Heere kan toch mensen bekeren?’ Ja zeker, dat kan Hij, maar dat kunnen wij niet. Gods mogelijkheden mogen niet onze norm zijn, maar Zijn Woord. We hebben een verkeringstijd en geen bekeringstijd. Ook hierin geldt dat de Heere het beste met ons voorheeft. Dat geldt net zozeer voor het geestelijk leven als voor onze aardse relaties.

‘Waar moet ik dan op letten bij het zoeken naar een christelijke partner?’ Dit is een terechte en belangrijke vraag die volgens mij veel te weinig gesteld wordt met alle verdrietige gevolgen van dien. Wij mogen in geestelijk en lichamelijk opzicht niet slordig met relaties en met het huwelijk omgaan. P. Molenaar schrijft hier, in een vergelijking tussen de partnerkeuze van Jakob en Ezau, het volgende over: ‘Elk huwelijk kan immers een stap dichter naar de hemel zijn, maar ook buiten God en Christus een stap dichter naar de hel’.[38] Nadenken over de vraag waar wij op moeten letten bij het zoeken naar een christelijke partner is dus geen overbodige vraag.

Ten eerste, besef dat voor alles geldt: ‘Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden’ (Mat. 6:33). Hoewel het een scheppingsgave is om te verlangen naar geborgenheid, veiligheid en intimiteit, mag dit nooit onze ‘topprioriteit’ zijn. Vertrouw in alles op de leiding van God, dus ook als het gaat om het vinden een levensgezel.

Ten tweede, bid of de Heere je iemand wil laten ontmoeten met wie je Hem kunt dienen (Spr. 3:5-6). Begin niet pas met bidden als je iemand op het oog hebt.

Ten derde, zorg dat je op plaatsen komt waar je een christelijke levenspartner kunt tegenkomen.

Ten vierde, als je dan iemand hebt ontmoet voor wie je gevoelens krijgt, bid of God duidelijkheid wil geven of deze persoon iemand is met wie je een relatie mag beginnen. ‘Heere, als dit niet in Uw gunst is, wilt u dan alle gedachten aan en gevoelens voor de ander wegnemen.’[39] Bid of de Heere je wijsheid en onderscheidingsvermogen wil geven om te zien of iemand echt een christen is. Leest hij of zij de Bijbel? Bidt hij of zij? Zie je de vruchten van de Heilige Geest in het leven van de ander? (Gal. 5:22-23) Dat ben jij en, met eerbied gesproken, dat is de Heere ook waard.

Of iemand bij je past is naast een zaak van gebed ook een zaak van je verstand gebruiken. Past de ander bij mij? Is er overeenkomst in interesse, hobby’s, karakter, achtergrond, leeftijd, humor, etc.? Neem de tijd om dit te onderzoeken en neem geen overhaaste beslissingen. Hierbij is het ook raadzaam om in vertrouwen aan iemand die jou goed kent te vragen of hij die persoon voor wie jij gevoelens hebt bij jou vindt passen.

Ten vijfde, bid of de Heere je voorbereidt om straks een toegewijde en liefdevolle vriend of vriendin voor je partner te zijn. In deze wereld wordt vaak geredeneerd vanuit gedachte: ‘Wat heeft die ander mij te bieden?’, maar ook hierin is Gods Woord radicaal anders. Bestudeer daarom wat Gods Woord zegt over hoe een christelijke man of vrouw dient te zijn en hoe hij of zij zich dient te gedragen.[40] Op die manier denk je niet vanuit jezelf maar zoek je in liefde het beste voor de ander op spiritueel, intellectueel, emotioneel en materieel gebied.[41]

Ten zesde, wees realistisch over het hebben van een relatie. In een verkering komen twee zondige mensen bij elkaar die naar elkaar zullen toegroeien of niet. Wat dat betreft is de verkeringsperiode precies dat: een periode waarin je met elkaar verkeert. Mocht het om wat voor reden dan ook niet goed gaan, dan is er wijsheid, eerlijkheid en tact voor nodig om dit eerlijk onder ogen te zien en de relatie te verbreken. Dit doet pijn, maar zal uiteindelijk het beste blijken te zijn.

Ten zevende, in een gezonde verkering groei je op alle aspecten van het mens-zijn naar elkaar toe. Het is goed om dit te beseffen zodat je ook eerlijk kunt zijn naar jezelf en de ander of het verstandig is om samen in het huwelijk te treden. Een jongen en meisje die voor elkaar bestemd zijn, zullen merken dat ze op intellectueel, emotioneel, sociaal, geestelijk en lichamelijk gebied naar elkaar toegroeien.[42] Als op een van deze aspecten eenzijdig de nadruk wordt gelegd kan een relatie uiteindelijk spaak lopen. De praktijk leert dat dit meestal het lichamelijke aspect is. Juist in onze maatschappij die zoveel nadruk legt op seksualiteit is het ook voor christelijke stellen steeds moeilijker om hierin een juiste balans te vinden. In Zijn wijsheid heeft God besloten dat een man en een vrouw eerst psychisch naar elkaar toegroeien om zichzelf pas na de huwelijkssluiting volledig aan elkaar te geven. Maak daarom op dit punt duidelijke afspraken, vanuit het besef dat wij zwakke mensen zijn en dat de ander en jij het waard zijn om naar Gods goede geboden te luisteren.


Gespreksvragen

1. Wat wordt bedoeld met de opmerking: het huwelijk is niet zozeer een vereniging, maar een hereniging? Welke lessen liggen hierin?
2. Zowel het huwelijk als het single-zijn is een gave, maar ook een opgave (1 Kor. 7:7). Wat betekent dit concreet?
3. Soms gaan mensen een relatie aan met een onkerkelijk iemand. Wat zegt de Bijbel hierover? (2 Kor. 6:14)
4. Hoe zou het komen dat gemeenten liever een getrouwde predikant met gezin hebben dan een vrijgezel? Klopt dat met Paulus’ redenering?[43]
5. Wat betekent het om ‘in de Heere’ te trouwen? (1 Kor. 7:39)[44]
6. Lees het volgende citaat van D. Jackman: ‘The essence of love is self-giving, and that is expressed in the physical union of the married couple, confirming and deepening their oneness at every other level of life and personality’. Wat betekent dit citaat? Welke les(sen) nemen jullie hieruit mee?
7. In de lezing werd gezegd dat zowel single-zijn als getrouwd zijn eigen uitdagingen én kansen kent om dienstbaar te zijn in het Koninkrijk van God. Probeer een uitdaging en een kans te noemen voor singles en getrouwden om dienstbaar te zijn in het Koninkrijk van God.
8. Iemand zei eens: ‘Je moet iemand zoeken met wie je kunt lachen, bidden en huilen’. Wat vind je hiervan?
9. Een jongen en meisje die voor elkaar bestemd zijn, zullen merken dat ze op intellectueel, emotioneel, sociaal, geestelijk en lichamelijk gebied naar elkaar toegroeien. Probeer deze vijf aspecten zo praktisch mogelijk uit te leggen.
10. Een stel wat verkering heeft doet er verstandig aan om duidelijke afspraken te maken als het gaat om het lichamelijke aspect. Probeer een aantal voorbeelden van deze afspraken te noemen.


Bibliografie
Augustine, A. De Doctrina Christiana. New York: Columbia University Press, 1934.
Bijbel Met Uitleg: Statenvertaling. Apeldoorn: De Banier, 2015.
Chapman, G. 12 Dingen Die Je Moet Weten Voor Je Gaat Trouwen. Heerenveen: Ark Media, 2012.
Den Boer, C. Man En Vrouw in Bijbels Perspectief: Een Bijbels-Theologische Verkenning Van De Man-Vrouw Verhouding Met Het Oog Op De Gemeente. Kampen: Kok, 1985.
Den Ouden, P. Liefde En Trouw Bij De Puriteinen. Houten: Den Hertog, 2008.
DeYoung, K. Wat De Bijbel Werkelijk Leert over Homoseksualiteit. Apeldoorn: De Banier, 2016.
———. Woorden Om Te Leven: De Tien Geboden Voor Vandaag. Heerenveen: Groen, 2019.
Engelsma, D.J. Samengevoegd: Bijbelse Richtlijnen Voor Huwelijk En Seksualiteit. Kampen: De Groot Goudriaan, 2005.
English Standard Version Study Bible. Wheaton: Crossway, 2008.
Gilson, R. Vernieuwd En Onveranderd: Uit De Kast, Opnieuw Geboren, En Dan? Apeldoorn: De Banier, 2021.
Godet, F. Kommentaar Op Paulus Eersten Brief Aan De Corinthiërs. Kampen: Kok, 1904.
Grosheide, F.W. Paulus' Eerste Brief Aan De Kerk Te Korinthe. Korte Verklaring Der Heilige Schrift. Kampen: Kok, 1952.
Guyt-Guyt, M.H., Meijwaard-Fuite, A.C. (red.). Geroepen Als Vrouw. Bond Van Nederlands Hervormde Vrouwenverenigingen Op Gereformeerde Grondslag. Leiden: J.J. Groen, 1992.
Hodge, C. A Commentary on 1 & 2 Corinthians. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1988.
Hoek-van Kooten, A.B.F. Vonk of Vuur: Als Je Verliefd Bent. Heerenveen: Groen, 2006.
Hsu, A. The Single Issue. Leicester: IVP, 2005.
Jackman, D. Let's Study 1 Corinthians. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2013.
Köstenberger, A.J., Jones, D.W. God, Huwelijk En Gezin: Het Bijbels Fundament. Kampen: Voorhoeve, 2008.
Molenaar, P. Het Huwelijk. Houten: Den Hertog, 2009.
Moore, R.D. Tempted and Tried, Temptation and the Triumph of Christ. Wheaton: Crossway, 2011.
Pop, F.J. De Eerste Brief Van Paulus Aan De Corinthiërs. Nijkerk: Callenbach, 1965.
Scott, S. The Exemplary Husband: A Biblical Perspective. Bemidji: Focus Publishing, 2002.
Swanson, A. Whom Shall I Marry? Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1995.
Thielman, F. Theology of the New Testament: A Canonical and Synthetic Approach. Michigan: Zondervan, 2005.
Thiselton, A.C. The First Epistle to the Corinthians: A Commentary on the Greek Text. The New International Greek Testament Commentary. Michigan: W.B. Eerdmans, 2000.
Treur, J.W.J., "Bijbels Denken over Pornografie," jwjtreur.blogspot.com, 2021.
———, "Korte Exegese 1 Korinthe," jwjtreur.blogspot.com, 2020.
Van Kooten, M. De Eerste Brief Aan Korinthe: Want Gij Zijt Duur Gekocht. Aan U Geschreven. Apeldoorn: De Banier, 2012.
Van Mourik, J. Het Vervulde Woord. Inleiding Op Het Nieuwe Testament. Cursus Godsdienst Onderwijs (Cgo). Apeldoorn: De Banier, 2020.
Van Vlastuin, W. Het Huwelijksformulier: De Actualiteit Van Het Klassieke Formulier. Heerenveen: Groen, 1999.


[1] Zie voor meer informatie over de stad Korinthe: J.W.J. Treur, "Korte exegese 1 Korinthe," jwjtreur.blogspot.com, 2020.
[2] Deze brief wordt de zogenaamde voorbrief genoemd en is niet bewaard gebleven. Bron: J. Van Mourik, Het vervulde Woord. Inleiding op het Nieuwe Testament, Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO), (Apeldoorn: De Banier, 2020), 90.
[3] Dit blijkt ook wel uit Paulus’ reactie op deze verwarring: ‘Doch niet geheellijk met de hoereerders dezer wereld, of met de gierigaards, of met de rovers, of met de afgodendienaars; want anders zoudt gij moeten uit de wereld gaan’ (1 Kor. 5:10).
[4] F. Thielman, Theology of the New Testament: A Canonical and Synthetic Approach (Michigan: Zondervan, 2005), 276.
[5] Er zijn uitleggers die menen dat dit een advies is van de apostel Paulus en geen antwoord op een vraag van de Korinthiërs. Andere uitleggers menen dat deze zin wel een reactie is op een vraag van de Korinthiërs. Wij volgen deze laatste uitleg. Zie ook: Bijbel met uitleg: Statenvertaling, (Apeldoorn: De Banier, 2015), 1758. A.C. Thiselton, The First Epistle to the Corinthians: A Commentary on the Greek text, The New International Greek Testament Commentary, (Michigan: W.B. Eerdmans, 2000), 498-501.
[6] D. Jackman, Let's study 1 Corinthians (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2013), 108.
[7] Naast de droevige situatie in Korinthe zien we hier ook duidelijk de invloed van de duivel. Wij kunnen het huwelijk niet bespreken zonder rekening te houden met het feit dat deze instelling van God onder voortdurende aanvallen van de boze ligt.
[8] R.D. Moore, Tempted and Tried, Temptation and the Triumph of Christ (Wheaton: Crossway, 2011), 82-83.
[9] D.J. Engelsma, Samengevoegd: Bijbelse richtlijnen voor huwelijk en seksualiteit (Kampen: De Groot Goudriaan, 2005), 41.
[10] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 109.
[11] ‘Men kan uit de woorden: als ik zelf, zeer zeker besluiten dat Paulus niet gehuwd was, en ook even zeker dat hij geen weduwnaar was. Want hoe zou hij de begeerte hebben kunnen uiten dat alle menschen weduwnaars waren!’ Bron: F. Godet, Kommentaar op Paulus eersten brief aan de Corinthiërs (Kampen: Kok, 1904), 304.
[12] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 113.
[13] A. Hsu, The Single Issue (Leicester: IVP, 2005), 66.
[14] R. Gilson, Vernieuwd en onveranderd: Uit de kast, opnieuw geboren, en dan? (Apeldoorn: De Banier, 2021), 47.
[15] C. Hodge, A commentary on 1 & 2 Corinthians (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1988), 109. M. Van Kooten, De eerste brief aan Korinthe: Want gij zijt duur gekocht, Aan u geschreven, (Apeldoorn: De Banier, 2012), 62.
[16] Zie hiervoor ook Mal. 2:16.
[17] Zie hiervoor ook Deut. 24:1-4.
[18] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 115. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de Bijbel meer zegt over echtscheiding (Mat. 5:32, 19:3-9, Mar. 10:2-12, Luk. 16:18). Omwille van de tijd laat ik dat nu rusten.
[19] F.J. Pop, De eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs (Nijkerk: Callenbach, 1965), 132.
[20] ‘Het is overbodig om te zeggen dat het verschil tussen de situatie van toen in Korinthe en die in onze samenleving direct duidelijk is; immers, het komt in onze tijd weinig voor dat iemand wil scheiden om een volmaaktere, seksloze spiritualiteit na te jagen.’ Bron: A.J. Köstenberger, Jones, D.W., God, huwelijk en gezin: Het Bijbels fundament (Kampen: Voorhoeve, 2008), 251-52.
[21] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 116.
[22] Paulus spreekt in de verzen 12 en 13 bewust de christelijke man en vrouw aan, omdat volgende Griekse en Romeinse wetten zowel de man als de vrouw een echtscheiding kon aanvragen. Bron: Hodge, A commentary on 1 & 2 Corinthians, 114.
[23] F.W. Grosheide, Paulus' eerste brief aan de kerk te Korinthe, Korte verklaring der Heilige Schrift, (Kampen: Kok, 1952), 88. English Standard Version Study Bible, (Wheaton: Crossway, 2008), 2200. P. Molenaar, Het huwelijk (Houten: Den Hertog, 2009), 103-04.
[24] ‘Slaves shared work as nurses, childminders, barbers, teachers, physicians (i.e., overlapping with today’s “professions”), and many aspects and issue’s yield complexities which are still far from clear. What has not emerged is a clear picture of the circumstances under which slaves served their masters.’ Bron: Thiselton, The First Epistle to the Corinthians: A Commentary on the Greek text, 565.
[25] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 121.
[26] Dit is een echo van 1 Kor. 6:20 waar Paulus de gelovigen eraan herinnert dat zij vrijgekocht zijn door het kostbare bloed van Gods Zoon. Ze zijn gered van de macht van de zonde en ze hebben de gave van de Heilige Geest gekregen. Daarom mogen ze zichzelf niet verontreinigen door met een prostituee naar bed te gaan.
[27] Godet, Kommentaar op Paulus eersten brief aan de Corinthiërs, 341.
[28] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 125.
[29] Bijbel met uitleg: Statenvertaling, 1760.
[30] A. Augustine, De doctrina christiana (New York: Columbia University Press, 1934).
[31] Jackman, Let's study 1 Corinthians, 128.
[32] ‘De mens mag God vertegenwoordigen op aarde. Hij mag Gods heerlijkheid afstralen in het beheer van het geschapene. Daarin is hij onderscheiden van het dier. Daarin is de mens ook begiftigd met kwaliteiten, die hem in staat stellen om zijn roeping om koningskind te zijn te kunnen vervullen.’ Bron: C. Den Boer, Man en Vrouw in Bijbels Perspectief: Een Bijbels-theologische verkenning van de man-vrouw verhouding met het oog op de gemeente (Kampen: Kok, 1985), 39.
[33] K. DeYoung, Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit (Apeldoorn: De Banier, 2016), 13.
[34] Zie hiervoor ook: J.W.J. Treur, "Bijbels denken over pornografie," jwjtreur.blogspot.com, 2021.
[35] K. DeYoung, Woorden om te leven: De Tien Geboden voor vandaag (Heerenveen: Groen, 2019), 109.
[36] Naast een relatie kan ook ons werk, onze studie, onze maatschappelijke prestaties, etc. Iets worden waaraan we onze eigenwaarde en levensvervulling gaan koppelen. Dan kan dit een afgod worden, want onze waarde en vervulling mogen en kunnen wij alleen aan Christus ontlenen.
[37] A.B.F. Hoek-van Kooten, Vonk of vuur: Als je verliefd bent (Heerenveen: Groen, 2006), 19.
[38] Molenaar, Het huwelijk, 30.
[39] W. Van Vlastuin, Het huwelijksformulier: De actualiteit van het klassieke formulier (Heerenveen: Groen, 1999), 31.
[40] Zie hiervoor bijvoorbeeld de boeken: S. Scott, The Exemplary Husband: A Biblical Perspective (Bemidji: Focus Publishing, 2002). M.H. Guyt-Guyt, Meijwaard-Fuite, A.C. (red.), Geroepen als vrouw, Bond van Nederlands Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag, (Leiden: J.J. Groen, 1992). P. Den Ouden, Liefde en trouw bij de Puriteinen (Houten: Den Hertog, 2008).
[41] A. Swanson, Whom shall I marry? (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1995), 30.
[42] G. Chapman, 12 dingen die je moet weten voor je gaat trouwen (Heerenveen: Ark Media, 2012), 170-71.
[43] Van Kooten, De eerste brief aan Korinthe: Want gij zijt duur gekocht, 75.
[44] Van Kooten, De eerste brief aan Korinthe: Want gij zijt duur gekocht, 75.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22