Lezing: Duisternis vóór het licht. Over de komst van de antichrist

Lezing: Duisternis vóór het licht. Over de komst van de antichrist, lezing Solidamentum


Lezen: 1 Joh. 2:18-29
Zingen: Ps. 68:1 en 11

Geachte leden van Solidamentum,

Hartelijk dank voor uw uitnodiging om te komen spreken over de komst van de antichrist. Het was geen eenvoudig onderwerp om te bestuderen en soms kwam ik bedrukt en met een hoofd vol gedachten uit de studeerkamer. Toch zal blijken dat we als christenen niet om deze belangrijke waarheid heen kunnen: er zal een antichrist komen en wij moeten ons hierop voorbereiden.

Ik heb deze lezing in twee delen opgedeeld, namelijk: de komst van de antichrist en zijn rijk en de val van de antichrist en zijn rijk. Tijdens het bespreken van deze twee delen hoop ik zoveel mogelijk vragen die ik van de secretaris heb gekregen te beantwoorden. Hierbij moet ik gelijk opmerken dat ik lang niet alles wat er over de antichrist te zeggen valt in deze lezing heb kunnen verwerken. Mede daarom heb ik telkens in voetnoten vermeld waar ik de informatie vandaan heb en zou ik u willen oproepen om op een later moment hier verdere studie naar te doen.

I. De komst van de antichrist en zijn rijk
Ik zou dit eerste deel van de lezing willen beginnen met een vraag. Wat hebben keizer Nero, de wereldveroveraar Napoleon Bonaparte en de kerkhervormer Maarten Luther met elkaar te maken? Het antwoord is dat zij alle drie in de geschiedenis betiteld zijn als de antichrist.[1] Net als overigens de profeet Muhammad van de islam, Adolf Hitler en verschillende pausen van de Rooms-katholieke kerk.[2]

Wie studie doet naar wat de Bijbel zegt over de eschatologie (=de leer van de laatste dingen) kan niet om de persoon en het rijk van de antichrist heen.[3] Zijn komst behoort tot de tekenen der tijden. Met de tekenen der tijden moeten wij denken aan oorlogen en geruchten van oorlogen, hongersnoden, aardbevingen, epidemieën, verdrukking, haat, afval, anarchie en een verkilling van de liefde.[4] Maar ook aan de wereldwijde verspreiding van het evangelie (Mat. 24:14), de bekering van Israël (Rom. 9-11) en de komst van de antichrist (1 Joh. 2:18-29).[5]

Maar waar hebben we het nu over als we spreken over ‘de antichrist’? Het is hierbij goed om te beseffen dat de Bijbel spreekt over antichristen in meervoud en de antichrist in enkelvoud. Dit doet de Schrift omdat er voor de komst van de antichrist (singularis) er velen antichristen (pluralis) zullen komen.[6]

De Bijbel spreekt over de antichrist (singularis), die zich aan het einde van de tijd zal openbaren, als de man der goddeloosheid, het kind der verdoemenis en de tegenstander die zich verheft tegen God en alles wat heilig is.[7] De antichrist zal God de vijandschap verklaren, Hem lasteren en vervloeken. De antichrist is niet iemand die zich uitgeeft voor Christus, ofwel een valse christus, maar hij zal zich tegenover én in de plaats van Christus stellen.[8] De antichrist zal een man van vlees en bloed zijn, die zeer begaafd, intelligent en op het eerste oog een heel prettig persoon zal zijn.[9] Zijn buitengewone intellectuele en retorische vaardigheid zal zijn duizenden verslaan (Dan. 7:20). Hij zal een religieuze uitstraling verbinden met politieke wereldmacht en geliefd zijn en aanbeden worden, omdat hij ‘veiligheid’, ‘vrede’ en ‘voorspoed’ aanbiedt.[10]

De antichrist zal politieke (Dan. 9:26), economische (Openb. 13:16-17, 18), diplomatieke (Dan. 9:27), militaire (Dan. 11:40-45) en geestelijke (2 Thess. 2:4) tactieken inzetten om de wereld naar een nieuwe orde te leiden (Openb. 13:5-8, 19:19).[11] Met behulp van satan zal de antichrist deze dingen kunnen doen.[12] De wereld zal zich vrijwillig aan hem onderwerpen, want hij zal in staat zijn om veel wereldproblemen op te lossen.

Op een bepaalde manier zal de antichrist zelfs op Christus lijken, want ook hij zal mensen hoop geven en als een verlosser aanbeden worden. Sterker nog, dit zal de antichrist op den duur afeisen van de mensheid. De christenen die dit weigeren zullen op tal van gebieden gediscrimineerd, gemarginaliseerd en vervolgd worden (Openb. 13). Net zoals God de Vader Zijn Zoon naar deze wereld gezonden heeft, zal ook de satan zijn ‘zoon’ naar deze wereld sturen.[13] Deze zoon van de satan zal alle tegenstand tegen Christus belichamen en een samenvatting van zijn alle verleidingen en verlokkingen voor de mensheid.[14]

Hét grote doel van de antichrist zal zijn om te bewijzen dat leven zonder Christus mogelijk is. Ja, dat Christus Zelf de vijand van het leven is en dat alles wat aan Hem herinnert vernietigd moet worden.[15] Het angstaanjagende is dat hij wereldwijd, ook in de kerk, aanhangers zal krijgen. Behalve onder degenen die geschreven staan in het boek van het Lam.[16] Zij zullen de antichrist doorzien en zich tegen hem verzetten. Guardini zegt hierover het volgende: ‘Dan wordt openbaar wat het christelijke eigenlijk is: datgene, wat in geen enkel opzicht uit de wereld komt, maar uit het hart van God, namelijk de overwinning der wereld door de genade’.[17]

Dat de antichrist nu nog niet gekomen is, komt omdat er iets is dat hem tegenhoudt.[18] M. van Reenen zegt hier het volgende over: ‘God houdt, door Zijn engelen, de behoudende krachten net zolang overeind tot het moment waarop de antichrist naar voren mag stappen, zodat iedereen kan zien hoe fundamenteel de verandering is. […] Het vrijlaten van de antichrist is het oordeel van God over de verdorven wereld. Als de mens dan zo graag de duivel tot zijn koning heeft, dan zal God op enig moment laten voelen wat het betekent als die koning écht zijn gang kan gaan (Openb. 20:3)’.[19]

In het Oude Testament staan verschillende typen en heenwijzingen naar de komst van de Heere Jezus Christus en Zijn rijk. Zo is bijvoorbeeld Jozef een type en Johannes de Doper de voorloper van de Heere Jezus. Ook van de antichrist staan er typen en heenwijzingen in het Oude Testament die ons iets leren over zijn persoon, rijk, werkwijze en doel (bijv. in Jes. 11:4 en Ez. 38, 39, Zach. 11:11-17, verg. NGB art. 36).[20] Zo laat Ezechiël bijvoorbeeld zien dat de antichrist de volken van deze wereld zal verenigen en benadrukt Daniël vooral zijn dictatoriale karakter.[21]

Graag wil ik, omwille van de tijd, twee belangrijke perikopen uit het Oude Testament voor het voetlicht halen, omdat hier duidelijk wordt beschreven hoe de antichrist te werk zal gaan. Wij vinden deze heenwijzing in Dan. 8 en later opnieuw in Dan. 10-12.[22]

In Dan. 8 krijgt Daniël een visioen. In dit visioen ziet Daniël een ram staan met twee lange hoornen. Deze ram stoot alle andere dieren neer en gaat waarheen hij wil. Niemand kan zich tegen deze machtige ram verweren. Plotseling is daar echter een geitenbok met een indrukwekkende hoorn tussen zijn ogen die de ram aanvalt.[23] De ram wordt verpletterend verslagen en de beide hoornen breken af. Deze geitenbok wordt steeds machtiger totdat de grote hoorn afbreekt en er vier hoornen voor in de plaats komen. En uit één van deze vier hoornen groeit een kleine hoorn die agressief om zich heen slaat en ook de eredienst van Israël aanvalt.

Als Daniël deze indrukwekkende beelden heeft gezien, is hij in de war. Wie kan hem dit visioen uitleggen?! En dan, voor Daniël opeens, staat er iemand voor hem die eruitziet als een mens. Uit vers 16 blijkt dat dit de engel Gabriël is. De Heere stuurt Gabriël om Daniël het visioen uit te leggen en om via hem de kerk van alle tijden en plaatsen, dus ook ons, te waarschuwen, zo zal blijken uit dit Schriftgedeelte, voor de komst van de antichrist en zijn voorloper. Dit is veelzeggend, want later zal Gabriël ook de komst van de Messias en Zijn voorloper, Johannes de Doper, aankondigen.

De aartsengel gaat Daniël het visioen van de ram en de geitenbok en de hoornen uitleggen. ‘En hij zeide: Zie, ik zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten einde dezer gramschap; want ter bestemder tijd zal het einde zijn.’ (Dan. 8:19) Wat betekent dit? Gaat dit gedeelte over de eindtijd vlak voor de wederkomst van Christus? Ja en nee. Nee, want Daniël 8 gaat over de periode van het tweede en derde dier. Hierop zal, volgens Daniël 7 nog een tijdvak komen, namelijk die van het vierde dier. Dit vierde dier slaat op het Romeinse rijk met in het verlengde daarvan het rijk van de antichrist.[24]

Het tweede dier symboliseert het rijk van de Meden en de Perzen en het derde dier symboliseert het rijk van de Grieken. Over deze twee rijken wordt in Daniël 8 gesproken. Als er dus in de verzen 17 en 19 over het einde van de tijd gesproken wordt gaat het in dit geval over het einde van het tijdperk van het derde dier. Dit tijdperk zal vreselijk zijn voor Israël omdat ze aangevallen zal worden door een koning die ‘stijf van aangezicht is en raadselen kan verstaan’. Dat betekent dat deze koning meedogenloos zal zijn en bedreven in listen.[25] Anders gezegd, het is een wreedaard en een oplichter. Iemand die alleen maar aan zichzelf denkt en alles en iedereen vernietigd die hem in de weg staat. Over wie gaat dit? Wie is deze hoorn die uit de vier hoornen groeit? Hiermee wordt Antiochus IV Epifanes bedoeld. Door de joden spottend Antiochus Epimanes, Grieks voor ‘de gek’, genoemd. Deze Antiochus IV Epifanes wilde het joodse geloof laten opgaan in de Griekse cultuur en haalde zich hiermee de woede op de hals van de joden, waardoor de oorlog van de Makkabeeërs uitbrak. Vele duizenden joden verloren in deze bloedige oorlog het leven. Een zeer donkere bladzijde uit de geschiedenis van de joden.[26]

De tijd van het derde dier en van de kleine hoorn, Antiochus IV Epifanes is voorbij. Hij waande zich god, maar weigerde te buigen voor de levende God en is als een beest gestorven. Hij dacht onoverwinnelijk te zijn totdat God hem met een ziekte sloeg en hij stierf.

Toch is dit niet alles wat we over Daniël 8 kunnen zeggen. Er is in het boek Daniël en ook in dit hoofdstuk namelijk sprake van een zogenaamd ‘profetisch perspectief’. Dit betekent dat de profetie, in dit geval gebracht als een visioen, meerdere vervullingsmomenten kent. De profetie laat ons zaken zien uit meerdere momenten in de geschiedenis. Daniël 8 leert ons wat er is gebeurd met het volk Israël, maar het leert ons ook wat er zal gaan gebeuren in de tijd tussen hemelvaart en de wederkomst van Christus.[27] Daniël 8 waarschuwt ons dat Antiochus IV Epifanes slechts een type is van de komende antichrist, maar dat hun werkwijzen grotendeels dezelfde is.

Hoe ging Antiochus IV Epifanes dan te werk? Hij had meerdere tactieken, maar zijn belangrijkste doel was om iedereen zo te vormen dat zij zich gingen gedragen als de oude Grieken, inclusief de afgodendienst, vrije seksuele moraal, etc. Wie hieraan meedeed, had het best onder zijn regering. Maar wee hen die trouw wilden blijven aan de God van Israël. Dan schuwde Antiochus er zelfs niet voor om vrouwen en kinderen te vermoorden als ze niet wilden buigen voor de afgoden(!) Zo zal de komende antichrist ook te werk gaan. Wie voor hem buigt gaat het voor de wind. Althans zo lijkt het. Maar wee degene die zich tegen hem verzet. Die is zijn leven niet zeker. Je proeft dat deze antichrist eigenlijk een menselijk verlengstuk is van de satan. De satan zal deze persoon veel macht en kracht geven om kwaad te doen, zeker bij degenen die de Heere liefhebben. Wat een heftige boodschap! U kunt begrijpen dat Daniël hier letterlijk ziek van werd (Dan. 8:27).

Eigenlijk is de antichrist dus precies het tegenovergestelde als de Heere Jezus. Zijn uiterste tegenbeeld zogezegd. Waar de Heere Jezus is gekomen om te behouden, om tranen te drogen, om de torenhoge zondeschuld van zondaren weg te nemen, zal de antichrist komen om mensen aan te moedigen om voor zichzelf te leven, om zich te verlustigen in seksuele zonden, om liefdeloos en respectloos om te gaan met de naaste en om zich haatdragend op te stellen tegen alles wat met de levende God te maken heeft.

De tijd van Antiochus IV Epifanes is voorbij, de tijd van de antichrist komt er nog aan. En als Antiochus IV Epifanes slechts een voorloper was, hoe slecht zal de antichrist wel niet zijn?! De schrik kan ons om het hart slaan als we hieraan denken. De goddeloosheid zal verschrikkelijk zijn. Al Gods instellingen zullen omgedraaid worden. Wat God zonde noemt, zal geen zonde meer genoemd worden en andersom. De macht en het succes van de antichrist zal niet te stoppen lijken.

Maar dan ‘opeens’ zal het voorbij zijn. Kijk maar in Dan. 11:45: het zal tot zijn einde komen. Dat gold voor Antiochus IV Epifanes en dat zal voor de antichrist gelden. Waarom? Dat staat in Dan. 11:28b: ‘Zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond’. De antichrist zal proberen het hart van het christendom aan te vallen. Wat is het hart van het christendom? Dat is de Heere Jezus Christus! De antichrist probeert niet alleen het rijk van Christus aan te vallen, maar ten diepste Christus Zelf. En dat loopt niet goed af. Gedreven door blinde haat en arrogantie zal hij stuklopen op de Koning der koningen en de Heere der heren. Hij is de Alfa en de Omega, Hij is dood geweest en Hij leeft tot in alle eeuwigheid. Wie bij Christus schuilt is veilig, ook voor de komende antichrist en de vele antichristelijke personen en machten die we nu al om ons heen kunnen zien.[28] Tot zover een type van de antichrist uit het Oude Testament.

Ook in het Nieuwe Testament wordt op verschillen plaatsen verwezen naar de komst antichrist en zijn rijk. De Heere Jezus leerde al dat er na Zijn opstanding mensen zouden komen die Zijn discipelen zouden tegenstaan, zoals valse profeten en valse ‘christussen’ (Mat. 24:5, 11, 23-27).[29] Daarnaast spreken ook 2 Thess. 2:1-12 waar hij de man van wetteloosheid wordt genoemd en Openb. 13 waar hij het beest wordt genoemd, boekdelen.[30] Zeker het Bijbelboek Openbaring laat een imponerend en angstaanjagend beeld zien van de macht van de antichrist.[31] En hij is niet alleen. Openbaring spreekt over het beest, een draak en een valse profeet (Openb. 12-13, 19-20). Eigenlijk is dit een vuist van de duisternis tegen de Drie-enige God. De draak is hier het beeld van de satan, die aan het beest, de antichrist, zijn troon afstaat (Openb. 13:2). De satan stelt zich hiermee tegen God de Vader, Die ook de troon aan Zijn Zoon gegeven heeft. Het beest bouwt vervolgens een rijk als tegenhanger van het Koninkrijk der hemelen wat Christus bouwt. De antichrist stelt zich hiermee tegen God de Zoon. De valse profeet bewerkt op gemene en listige wijze de gedachten en harten van de mensen en is daarmee dus een tegenstander van de Heilige Geest.[32]

Maar wat zal nu het doel zijn van het rijk van de antichrist? J.H. Bavinck beschrijft dit op aangrijpende wijze in zijn boek En voort wentelen de eeuwen:

‘Dat rijk heeft tot centrum de haat tegen God. Het heeft als geloofsbelijdenis het onbeperkte vertrouwen in de macht van de mens. Het heeft als enige hoop in het leven op aarde het verlangen naar de dronkenschap van het genot. Het heeft als grondstelling van alle moraal, dat niemand zichzelf een iemand mag weten, dat niemand mag geloven in eigen aansprakelijkheid en in eigen verantwoordelijkheid voor God. Het heeft als enig doel het uitblussen van elk sprankje persoonlijk leven, persoonlijke blijheid, persoonlijke gebondenheid aan God. Het is gebouwd op één kolossale leugen, op de miskenning van de allerdiepste en de beslissende werkelijkheid. […] Ze is een cultuur van de vlucht voor het waarachtig menselijke, maar in de allereerste plaats is het een cultuur van de vlucht voor God.'[33] Dit is het doel van het rijk van de antichrist.

Het is overigens de apostel Johannes die als eerste Nieuwtestamentische auteur de termen antichristen en antichrist gebruikt (1 Joh. 2:18). Volgens Johannes is een ieder die ontkent dat de Heere Jezus de Christus is en de Zoon van God, een antichrist. Dit geldt ook voor hen die Christus’ mensheid ontkennen (2 Joh. 1:7). Johannes spreekt over vele antichristen en één specifieke antichrist die nog moet komen.

Net als bij het Oude Testament kan ik ook hier niet alle verwijzingen uit het Nieuwe Testament behandelen.[34] Daarom heb ik ervoor gekozen om mij te beperken tot 1 Joh. 2:18-29, omdat hier voor het eerst het woord ‘antichrist’ wordt gebruikt.[35] Ik hoop dit Schriftgedeelte wat uitgebreider met u door te nemen.

18 Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is.
Dit laatste uur wijst op de laatste periode van de wereldgeschiedenis. Deze fase is ingeluid met het sterven van Christus en zal door een periode van vijandigheid tegen de volgelingen van de Heere Jezus gaan en tot een voltooiing komen op de dag van de opstanding en het oordeel aan het einde van de wereldgeschiedenis (Dan. 8:19, 11:40-41 en 12:1).

‘Gelijk gij gehoord hebt’. Waarschijnlijk zinspeelt Johannes op een mondelinge traditie waarin sprake was van de komst van een antichrist aan het einde van de tijd. Net als de joden geloofden ook de heidenchristenen in een laatste machtsontvouwing van de antigoddelijke krachten in de wereld. In een laatste poging van de satan om de wereld te verleiden zijn kant te kiezen.[36]

Het is dus zaak om waakzaam te zijn! Maar Johannes komt, geïnspireerd door de Heilige Geest, met een onthutsende boodschap. Johannes constateert dat de gemeenten nú al door vele antichristen geteisterd worden.[37] Het kenmerk is dat ze het menszijn en daarmee het Messiasschap van de Heere Jezus ontkennen. Als het ware hoor je Johannes verzuchten: ‘Kan het nog erger?’. ‘Zijn dit echt alleen nog maar de voorlopers? Ze hebben al zoveel schade aangericht onder de gemeenteleden!’[38]

19 Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn.
Terwijl wij na twintig eeuwen misschien wel gewend zijn geraakt aan kerkscheuringen en verdeeldheid, hebben we in dit vers waarschijnlijk te maken met de allereerste afsplitsing uit de kerkgeschiedenis. Deze scheuring gaat in tegen het Hogepriesterlijk gebed uit Johannes 17. Desondanks ziet Johannes hier Gods hand in. Tijdens het aardse leven van de Heere Jezus heeft Johannes meerderenmalen meegemaakt dat heel wat ‘volgelingen’ de Heere Jezus uiteindelijk verlieten, omdat ze niet werkelijk in Hem geloofden.[39]

20 Doch gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle dingen.
21 Ik heb u niet geschreven, omdat gij de waarheid niet weet, maar omdat gij die weet, en omdat geen leugen uit de waarheid is.
Johannes herinnert de lezers van de brief eraan dat de Heilige Geest in hen werkt en dat zij (mede) dankzij Hem de waarheid kennen. Hier denkt Johannes niet aan een subjectieve, innerlijke ervaring van de waarheid, maar aan de vervulling van de belofte van Christus dat de Geest de gelovigen als groep bij de waarheid zal bepalen (Joh. 16:13).[40]

‘Geen leugen uit de waarheid’ betekent dat waarheid en leugen wezenlijk verschillen, omdat ze uit verschillende bronnen komen (Joh. 8:44).[41]

22 Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent.
Het Messiasschap van de Zoon werd in twijfel getrokken als Degene Die God de Vader op aarde had geopenbaard. Vandaar dat dus zowel de Vader als de Zoon geloochend werden.[42] Mensen die ontkennen dat de Zoon van God vlees is geworden zijn leugenaars. Je proeft hier als het ware de verontwaardiging en bezorgdheid van de apostel Johannes.

Het feit dat er gesproken wordt over dé leugenaar is waarschijnlijk om te onderstrepen dat het verwerpen van de leer dat de Zoon van God in het vlees gekomen is, dé grote dwaalleer, de aarts-leugen, is. De Naam Christus in 1 Johannes omvat de overtuiging dat de Heere Jezus de Goddelijke Zoon van God is. Wie Christus erkent, erkent daarmee dus ook dat Hij de Zoon van God is (1 Joh. 4:15). De dwaalleraren erkenden het bestaan van Jezus en men geloofde dat er een goddelijke Christus was, maar men wilde Jezus niet erkennen als de Christus.[43] Vermoedelijk geloofden de dwaalleraars in een geestelijke, niet-stoffelijke ‘Zoon van God’, Die neerdaalde op de mens Jezus bij Zijn doop en Hem verliet voordat Hij gekruisigd werd (verg. 1 Joh. 5:6). Dit was een ernstige dwaling die de gemeenten bedreigde!

Om deze reden is Johannes overduidelijk. De Heere Jezus Christus is Dezelfde Persoon Die naar deze aarde kwam om te lijden en te sterven voor zondaren.

Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God. (1 Joh. 4:2) Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist. (2 Joh. 1:7)

23 Een iegelijk, die den Zoon loochent, heeft ook den Vader niet.
Wie ‘de Vader heeft’ is een erfgenaam van de zegeningen van de erfenis. Het leven wat een boetvaardige zondaar uit genade kan krijgen is een leven van gemeenschap (1 Joh. 1:3,6,7), met voorspraak bij de Vader (1 Joh. 2:1), met het gebod om lief te hebben (1 Joh. 2:7, 4:21), wat gezalfd is (1 Joh. 2:20), van vertrouwen (1 Joh. 2:28), van hoop (1 Joh. 3:3), van een delen in Gods liefde (1 Joh. 4:16), van geloof in Gods getuigenis (1 Joh. 5:10), van eeuwig leven (1 Joh. 5:12-13) en van verhoorde gebeden (1 Joh. 5:15). Deze zegeningen lopen de antichristen en hun volgelingen mis die de Zoon en Zijn Messiasschap verwerpen (1 Joh. 2:22-23).[44]

24 Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven.
25 En dit is de belofte, die Hij ons beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven.
26 Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden.
27 En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven.
Met de zalving wordt de Heilige Geest bedoeld.[45] In het Oude Testament werden profeten, priesters en koningen gezalfd wanneer ze aan hun dienst begonnen. In het Nieuwe Testament worden de kinderen van God gezalfden genoemd. Het is de Heilige Geest Zelf Die leugens ontmaskert en de gelovige inzicht geeft in wat waar is.[46]

‘U hebt niet van node, dat iemand u leert.’ Hier zijn twee uitlegmogelijkheden. Het is niet nodig dat het basisonderwijs over Christus herhaald wordt of er is geen behoefte aan de nieuwe leer van de dwaalleraars.[47] De gelovigen moeten vasthouden aan het onderwijs van de Heere Jezus en Zijn oproep om getrouw te blijven (Joh. 15:1-8).[48]

Overigens betekent het deelhebben aan de zalving van de Heilige Geest niet dat iemand geen onderwijs meer nodig heeft (2 Pet. 3:18). D.M. Lloyd-Jones merkt hierover terecht op: ‘Het feit dat Johannes aan hen schreef is het bewijs dat ze onderwijs nodig hadden. […] Wat de apostel hier bedoelt, is dat de gelovigen geestelijke zaken kunnen verstaan, wat de natuurlijke mens niet kan’.[49]

28 En nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst.
Johannes weet dat er geen afval der heiligen is, maar heeft zelf de macht van de boze aan den lijve ervaren. In Gethsémané was de briesende leeuw zo sterk, dat ook hij niet één uurtje met Christus had kunnen waken. Johannes vertrouwt zichzelf en zijn gemeenteleden niet, wanneer ze in eigen kracht staande willen blijven. Daarom: blijft in Hem. Blijft, want de strijd wordt niet minder naarmate de toekomst van Christus dichterbij komt, maar heviger![50]

29 Indien gij weet, dat Hij rechtvaardig is, zo weet gij, dat een iegelijk, die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.
De Heere Jezus Christus is rechtvaardig. Wie bij Hem hoort, moet ook rechtvaardig handelen.[51] Ook hier geldt dat Gods kinderen aan hun vruchten herkend zullen worden (Mat. 7:20). Wie behoort tot het rijk van de antichrist zal daarentegen vruchten van duisternis voortbrengen.

We gaan dit eerste deel van de lezing samenvatten. Er zal dus een mens van vlees en bloed komen die zal blijken de antichrist te zijn. Hij zal werken aan zijn wereldwijde rijk en daarbij de onderdanen van het Koninkrijk der hemelen aanvallen en marginaliseren. Het zal een zware tijd voor de Kerk worden, zoals nog nooit eerder gezien is in de wereldgeschiedenis.

II. De val van de antichrist en zijn rijk
Zoals wij in het eerste deel van de lezing hebben kunnen horen, ligt de vorst der duisternis, de satan, te wachten tot hij zijn zoon der duisternis, de antichrist, zal kunnen sturen. Maar als ik hier zou stoppen zou de titel van deze lezing: ‘Duisternis vóór licht’ niet kloppen. Want inderdaad, chronologisch gezien zal er eerst duisternis moeten komen, voordat het licht zal doorbreken. Anders gezegd, als Christus niet zou komen, zouden er ook geen antichristen verschijnen. De komst van de antichristen en van de antichrist is een getuigenis dat de wederkomst van Vorst Immanuël aanstaande is! Christus zal komen. En wie in Hem geborgen is, is veilig voor tijd en eeuwigheid. Hoe donker het ook zal worden op aarde, in het hart van een christen is er licht, omdat Christus hét Licht der wereld is.

O. Winslow zegt hier het volgende over: ‘Als wij onze belijdenis trouw blijven, moet ons leven dag aan dag een leven van geloof zijn; geloof in de volheid van Christus, het leven van de Geest en de zorg, bescherming en raad van de Vader. En wat is dat een heerlijk, zalig leven! […] Het neemt de beklemming van bange zorg van ons af, lost angsten op en veroorzaakt vrijmoedigheid en vrede’.[52]

Juist de duisternis van de antichrist zal de Kerk de diepte van Christus’ woorden leren verstaan toen Hij sprak: ‘Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen (Mat. 16:18b, 28:20)’.

En wat gebeurt er dan als Christus terugkomt? Dan zal de Heere Jezus de antichrist doden, zo blijkt uit 2 Thess. 2:8: ‘En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst’.

Maar niet alleen de antichrist zal vernietigd worden, ook de satan en zijn rijk.[53] Het beest, de draak en de valse profeet, de tegenhanger van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zullen weggespoeld worden in de hel. Wat een triomf voor koning Jezus, Die ook deze overwinning heeft verworven op de kruisheuvel Golgotha!

En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt. (Openb. 19:20) En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. (Openb. 20:10)[54]

Tot slot wil ik graag nog een belangrijk vraag met u bespreken die ik van uw secretaris heb gekregen: Hoe kunnen wij ons wapenen tegen de antichrist en antichristelijke machten? Dit is een terechte vraag. De antichrist heeft zich op dit moment nog niet geopenbaard. Maar dat betekent niet dat wij ons niet op zijn komst moeten voorbereiden. Bovendien, de demonen en satan werken onophoudelijk en de Bijbel is zonneklaar dat er een geestelijke strijd is om onze zielen en de koers van de wereldgeschiedenis (Éf. 6:12). De komst van de antichrist zal een verheviging en hoogtepunt van deze geestelijke strijd vormen.

Nu valt er veel te zeggen over de vraag hoe wij ons moeten wapenen tegen de antichrist en zijn rijk en ik roep u op om hier op een later moment meer studie naar te doen.[55] Voor nu zou ik graag één belangrijk wapen voor een christen willen noemen en dat is het wapen van aanbidding.

Graag wil ik aan de hand van Joz. 5:13-15 uitleggen wat ik hiermee bedoel.

Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden? En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des HEEREN: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide tot Hem: Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht? Toen zeide de Vorst van het heir des HEEREN tot Jozua: Trek uw schoenen af van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed alzo. (Joz. 5:13-15)

Het volk Israël is de rivier de Jordaan overgetrokken. De mannen zijn besneden en het Pascha is gevierd. Voor hen ligt Jericho. Men zou verwachten dat het volk Israël van Jozua gevechtsinstructies zou ontvangen om de strijd aan te vangen. Maar niets is minder waar. Terwijl Jozua zich innerlijk aan het voorbereiden is op de strijd, ziet hij plotseling een Man tegenover hem met een getrokken zwaard.[56] Jozua weet niet zeker of het een soldaat van Kanaän is of van Israël. Daarom vraagt hij bij wie Hij hoort: ‘Zijt Gij van ons, of van onze vijanden?’ En Jozua loopt op de Man af en is ongetwijfeld klaar om te vechten indien nodig. Maar het loopt anders. Op de vraag bij wie de Man hoort, klinkt Zijn antwoord: ‘Nee, maar ik ben de Vorst van het hier des HEEREN: Ik ben nu gekomen!’ Dat de Man met ‘Nee’ antwoordt, betekent niet dat Hij neutraal is, maar dat Jozua de verkeerde vraag stelt. Hij gaat er niet om voor Wie Die Man strijdt, maar het gaat erom Wie Jozua aanbidt.

Hierop maakt deze Man Zich bekend als de Vorst van het heir des HEEREN. Dit betekent dat Hij de aanvoerder van de troepen is. Het leger van de HEERE is hier geen verwijzing naar het leger van de Israëlieten, maar een verwijzing naar Gods leger van engelen.[57] De HEERE heeft een machtig, hemels leger die Zijn volk beschermt.[58] Deze Vorst van het heir des HEEREN zegt dat Hij nu gekomen is. Zijn komst betekent redding en laat zien dat achter de zichtbare strijd om Jericho een geestelijke strijd schuilgaat. Maar wat een wonder, Jozua hoeft de strijd tegen Jericho niet alleen te strijden.[59]

Als Jozua dit hoort valt hij op de grond en aanbidt de Vorst van het heir des HEEREN. Hier vraagt de aanvoerder van het leger van Israël aan de meerdere Legeraanvoerder: ‘Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht?’ Het antwoord klinkt: ‘Trek uw schoenen af van uw voeten; want de plaats waarop gij staat, is heilig’.[60] Zo vlak voor de strijd maakt de HEERE Jozua klaar voor het gevecht door hem in aanbidding voor Hem te laten knielen. Om Gods volk in de strijd aan te voeren, moest Jozua dus Gods Aanvoerder van de strijd aanbidden. De les die hierin ligt, is dat aanbidding een mens voorbereid en geschikt maakt voor de geestelijke strijd.[61] Ook de strijd die er zal komen als de antichrist zich zal openbaren.

Wie de meerdere Jozua leert aanbidden weet zich gesterkt in de strijd tegen de verleidingen en verlokkingen. De antichrist zal immers een strijd leveren om de harten en zielen van mensen. Maar wie met hart en ziel het eigendom is geworden van de Heere Jezus zal deze listen doorzien. Voor hen zal het licht zijn in de duisternis, want zij hebben leren bidden met de woorden van Ps. 20:5, berijmd:

Behoud, o HEER, wil bijstand zenden,
Verlos, bewaar, verschoon.
Die Koning hoor', als w' in ellenden
Aanbidden voor Zijn troon.


Zingen: Ps. 24:4 en 5


Gespreksvragen en stellingen
1. Waarom is het belangrijk om te weten wie de antichrist is?

2. Wat vindt u ervan dat veel christenen in de 17e eeuw de paus als de antichrist zagen? Zou de paus een antichrist kunnen zijn (geweest)?

3. Bespreek de volgende stelling: Omdat niemand weet wie de antichrist zal zijn, heeft het geen zin om onze tijd hieraan te verdoen. We kunnen beter strijden om persoonlijk met God verzoend te worden.

4. Ds. H. Veldkamp schreef eens: ‘De laatste strijd tussen Christus en de antichrist zal “totaler dan totaal” zijn, en wee die op twee gedachten hinkt; wie de geestelijke signatuur vertoont van de vrouw van Lot, zal zich met geen mogelijkheid op de been kunnen houden’.[62] Wat zou ds. Veldkamp hiermee bedoeld hebben? Welke les(sen) neemt u hieruit mee?

5. Hoe kunnen wij ons wapenen tegen de antichrist en antichristelijke machten?

6. De dwaalleer in de gemeenten van de apostel Johannes draaide om de christologie. Wat leerde de dwaalleraars? Waarom zou de duivel nu juist de christologie aanvallen? Doet hij dat nog steeds? Kunt u hier een voorbeeld van geven?

7. Veel uitleggers gaan ervanuit dat de antichrist gebruik zal maken van de kracht van de satan én van de dan voorhanden zijnde technische mogelijkheden. Wat leert ons dit over het gebruik van technische hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld internet, smartphones, etc.?

8. De wereld zal zich vrijwillig aan de antichrist onderwerpen, want hij zal in staat zijn om veel wereldproblemen op te lossen. Welke wereldproblemen zouden dit kunnen zijn?

9. Waarom is aanbidding nu juist zo’n krachtig wapen tegen de antichrist en zijn rijk?


Bibliografie
À Brakel, W. Redelijke Godsdienst: In Welke De Goddelijke Waarheden Van Het Genadeverbond Worden Verklaard, Tegen Partijen Beschermd En Tot Beoefening Aangedrongen, Alsmede De Bedeling Des Verbonds in Het Oude En Nieuwe Testament En De Ontmoeting Der Kerk in Het Nieuwe Testament, Vertoond in Een Verklaring Van De Openbaring Van Johannes. Vol. I, Utrecht: De Banier, 2006.
Akin, D.L. Exalting Jesus in 1,2,3 John. Christ-Centered Exposition Commentary. Nashville: B&H Publishing Group, 2014.
Augustinus, A. De Stad Van God, Vertaling G. Wijdeveld. Amsterdam: Ambo, 2007.
Bavinck, H. Gereformeerde Dogmatiek. Vol. 4, Kampen: Kok, 1967.
Bavinck, J.H. En Voort Wentelen De Eeuwen: Gedachten over Het Boek Der Openbaring Van Johannes. Wageningen: Zomer & Keunings, 1977.
Beale, G.K. The Book of Revelation: A Commentary on the Greek Text. The New International Greek Testament Commentary. Michigan: W.B. Eerdmans, 1999.
Beeke, J.R., Jones, M. A Puritan Theology, Doctrine for Life. Grand Rapids: Reformation Heritage Books, 2012.
Bijbel Met Uitleg: Statenvertaling. Apeldoorn: De Banier, 2015.
Bolkestein, M.H. De Brieven Aan De Tessalonicenzen. De Prediking Van Het Nieuwe Testament. Nijkerk: G.F. Callenbach, 1970.
Brooks, T. Precious Remedies against Satan's Devices. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2019.
Brown, J. Christian's Great Enemy: A Practical Exposition of 1 Peter 5:8-11. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2013.
Bunyan, J. De Heilige Oorlog Van El-Schaddai Tegen Diabolus. Utrecht: De Banier, 1992.
Butler, T.C. Joshua. Word Biblical Commentary. Vol. 7, Nashville: Thomas Nelson Publishers, 1983.
Calvijn, J. Institutie of Onderwijzing in De Christelijke Godsdienst, Vertaling: C.A. De Niet. Vol. 2, Houten: Den Hertog, 2009.
Davis, D.R. Joshua: No Falling Words. Focus on the Bible. Fearn: Christian Focus, 2010.
De Jonge, M. De Brieven Van Johannes. De Prediking Van Het Nieuwe Testament. Nijkerk: G.F. Callenbach, 1968.
Deddens, D. Cursus Bij Kaarslicht: Lezingen Van K. Schilder in De Laatste Oorlogswinter. Vol. 1, Bedum: Woord en Wereld, 1998.
Dodson, R.P. Every Promise of Your Word: The Gospel According to Joshua. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2016.
Eaton, M.A. 1,2,3 John. Focus on the Bible. Fearn: Christian Focus Publications, 1996.
Edwards, J. The Works of Jonathan Edwards. Vol. 1, Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2005.
English Standard Version Archaeology Study Bible. Wheaton: Crossway, 2017.
Fesko, J.V., "Is the Pope the Antichrist?," crossway.org, 2014.
Flavius, J. The Works of Josephus : Complete and Unabridged. Translated by W. Whiston. Peabody: Hendrickson Publishers, 2007.
Gispen, W.H., Grosheide, F.W., Bruijel, F., Van Deursen, A. Bijbelse Encyclopedie. Kampen: J.H. Kok, 1950.
Grosheide, F.W., Van Itterzon, G.P. (red.). Christelijke Encyclopedie. Vol. 1, Kampen: Kok, 1960.
Guardini, R. De Heer: Beschouwingen over Den Persoon En Het Leven Van Jesus Christus. Utrecht: Het Spectrum, 1947.
Gurnall, W. De Christen in Volle Wapenrusting. Veenendaal: MTHreprints, 2011.
Hoek, J. Hoop Op God. Eschatologische Verwachting. Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2004.
Jobes, K.H. 1, 2, & 3 John. Zondervan Exegetical Commentary on the New Testament. Michigan: Zondervan, 2014.
Köstenberger, A.J. A Theology of John's Gospel and Letters: Biblical Theology of the New Testament. Biblical Theology of the New Testament. Michigan: Zondervan, 2009.
Lalleman, P.J. 1, 2 En 3 Johannes: Brieven Van Een Kroongetuige. Commentaar Op Het Nieuwe Testament. Kampen: Kok, 2005.
Lloyd-Jones, D.M. The Christian Warfare: An Exposition of Ephesians 6:10-13. Ephesians Series. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2004.
———. Life in Christ: Studies in 1 John. Wheaton: Crossway, 2002.
MacArthur, J. The Muslim Jesus, the Mahdi, the Antichrist and the Establishment of Islam on the Earth. YouTube, 2012.
Mayhue, R. 1 & 2 Thessalonians: Triumphs and Trials of a Consecrated Church. Focus on the Bible. Fearn: Christian Focus, 2005.
Moore, R.D. Tempted and Tried, Temptation and the Triumph of Christ. Wheaton: Crossway, 2011.
Murray, J. Collected Writings of John Murray, Professor of Systematic Theology, Westminster Theological Seminary, Philadelphia, Pennsylvania, 1937-1966, Volume 2: Select Lectures in Systematic Theology. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2001.
Oosterom, B. Kernteksten Uit De Eerste Brief Van Johannes. Schriftwerk. Kampen: De Groot Goudriaan, 1995.
Paul, M.J. Occulte Machten En Bevrijding. Studium Generale. Heerenveen: Groen, 2005.
Pink, A.W. The Antichrist. Michigan: Christian Classics Ethereal Library, 1923.
Post, S.D. Duivels Dichtbij. Heerenveen: Groen, 2006.
Selderhuis, H.J. Calvijn: Handboek. Kampen: Kok, 2008.
Sproul, R.C. Verborgen Werkelijkheid: Over Hemel, Hel, Engelen En Duivelen. Apeldoorn: De Banier, 2012.
Spurgeon, C.H. De Macht over Satan. Apeldoorn: De Banier, 2008.
Theunisse, A.W.J. Mensenzoon Tussen De Kandelaren: Bijbelstudies Uit Het Gehele Boek Openbaring. Artios-Reeks. Heerenveen: Groen, 2021.
Tramper, N. Brieven Van Johannes: De Rijkdom Van Het Nieuwe Leven. Luisterend Leven. Utrecht: Boekencentrum, 2015.
Treur, J.W.J., "Inleiding Jv Gg-Beekbergen, Een Schokkende Realiteit... ," jwjtreur.blogspot.com, 2016.
———, "Korte Exegese Daniël," jwjtreur.blogspot.com, 2020.
Van Dixhoorn, C. Confessing the Faith: A Reader's Guide to the Westminster Confession of Faith. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2014.
Van Genderen, J., Velema, W.H. Beknopte Gereformeerde Dogmatiek. Kampen: Kok, 1992.
Van Lijnden-van den Bosch, A.M.C. Zijn Laatste Gemeente: Hoe Ds. D.A. Van Den Bosch Getuigde in Kamp Amersfoort. Apeldoorn: De Banier, 2021.
Van Mourik, J. Het Vervulde Woord: Inleiding Op Het Nieuwe Testament. Cursus Godsdienst Onderwijs (Cgo). Apeldoorn: De Banier, 2020.
Van Reenen, M. De Vijand Rukt Vast Aan: Voorbereid Op De Komst Van De Antichrist. Apeldoorn: De Banier, 2020.
Veldkamp, H. De Dag Van Den Zoon Des Mensen. Franeker: T. Wever, 1947.
———. Die Knopen Ontbindt: Over Het Boek Daniël. Franeker: Wever, 1962.
Venema, C.P. Christ and the Future: The Bible's Teaching About the Last Things. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2008.
Wanamaker, C.A. The Epistles to the Thessalonians: A Commentary on the Greek Text. The New International Greek Testament Commentary. Michigan: W.B. Eerdmans, 1990.
Westerink, J. Daniël, Uitlegger, Profeet En Voorbidder. Apeldoorn: Erdee Media Groep, 2007.
———. Haggai En Zacharia: Profeten Van Het Huis Van God. Telos. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1992.
Winslow, O. De Volheid Van Christus: Belicht Vanuit Het Leven Van Jozef Als Onderkoning: Over Genesis 41-47. Apeldoorn: De Banier, 2020.
Yarbrough, R.W. 1-3 John. Baker Exegetical Commentary on the New Testament. Grand Rapids: BakerAcademic, 2008.


[1] Wikipedia: antichrist (geraadpleegd op 11 maart 2024).
[2] Zie bijvoorbeeld de oorspronkelijke tekst van de Westminster Confession (1646), art. 25, par. 6. Pas in 1903 werd dit uit de meest gangbare Amerikaanse editie van de Westminster Confession verwijderd. Bron: C. Van Dixhoorn, Confessing the Faith: A reader's guide to the Westminster Confession of Faith (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2014), 347-48. Zie ook: J.V. Fesko, "Is the Pope the Antichrist?," crossway.org, 2014. J. Calvijn, Institutie of onderwijzing in de christelijke godsdienst, vertaling: C.A. de Niet, vol. 2 (Houten: Den Hertog, 2009), 335-36. H.J. Selderhuis, Calvijn: Handboek (Kampen: Kok, 2008), 405. W. À Brakel, Redelijke Godsdienst: In welke de goddelijke waarheden van het genadeverbond worden verklaard, tegen partijen beschermd en tot beoefening aangedrongen, alsmede de bedeling des verbonds in het Oude en Nieuwe Testament en de ontmoeting der kerk in het Nieuwe Testament, vertoond in een verklaring van de Openbaring van Johannes, vol. I (Utrecht: De Banier, 2006), 574. Naast de (nadere) reformatoren zagen nagenoeg alle puriteinen de paus als de antichrist. Bron: J.R. Beeke, Jones, M., A Puritan Theology, Doctrine for Life (Grand Rapids: Reformation Heritage Books, 2012), 778. Dr. K. Schilder merkt in dit verband op: ‘De paus heeft veel trekken van de pseudochrist, niet van de antichrist’. Bron: D. Deddens, Cursus bij kaarslicht: Lezingen van K. Schilder in de laatste oorlogswinter, vol. 1 (Bedum: Woord en Wereld, 1998), 74. En dr. J. van Genderen en dr. W.H. Velema: ‘De antichrist verwerpt de openbaring van God radicaal en dat kan men van de paus zeker niet zeggen, al zijn er wel antichristelijke trekken in het pausdom aan te wijzen’. Bron: J. Van Genderen, Velema, W.H., Beknopte gereformeerde dogmatiek (Kampen: Kok, 1992), 762. N.a.v. Openb. 13: ‘Het is weliswaar een andere uitleg dan Johannes voor zijn eerste lezers bedoelde, maar het was ten tijde van de Reformatie een passende herinterpretatie. De Rooms-Katholieke kerk vormde toen een totalitair systeem van staat en religie dat veel christenen doodde. Gelukkig kan dat tegenwoordig niet meer gezegd worden.’ Bron: A.W.J. Theunisse, Mensenzoon tussen de kandelaren: Bijbelstudies uit het gehele boek Openbaring, Artios-reeks, (Heerenveen: Groen, 2021), 110-11. Een indrukwekkend verhaal over hoe de nazi’s reageerden op een mogelijke koppeling tussen Hitler en de antichrist, zie het volgende boek: A.M.C. Van Lijnden-van den Bosch, Zijn laatste gemeente: Hoe ds. D.A. van den Bosch getuigde in Kamp Amersfoort (Apeldoorn: De Banier, 2021). Overigens heeft ds. Van den Bosch nooit beweerd dat Hitler de antichrist is, maar de nazi’s hebben zijn boek ‘666 Het getal eens Menschen’ wel als aanleiding gebruikt om hem te arresteren en naar kamp Amersfoort te brengen. Hier is hij uiteindelijk onder erbarmelijke omstandigheden gestorven.
[3] Overigens is het geloof in de komst van de antichrist niet exclusief voorbehouden aan het christendom. Ook in het jodendom en in de islam is deze persoon bekend onder de namen Armilus en Masih ad-Dajjal. Zie voor een leerzame en boeiende vergelijking tussen de leer van de antichrist in het christendom en de islam: J. MacArthur, The Muslim Jesus, the Mahdi, the antichrist and the establishment of Islam on the earth (YouTube, 2012).
[4] Zie voor een leerzaam boek over de tekenen van de eindtijd: C.P. Venema, Christ And The Future: The Bible's Teaching About The Last Things (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2008).
[5] J. Murray, Collected writings of John Murray, Professor of Systematic Theology, Westminster Theological Seminary, Philadelphia, Pennsylvania, 1937-1966, Volume 2: Select lectures in systematic theology (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2001), 408-10.
[6] J. Van Mourik, Het vervulde Woord: Inleiding op het Nieuwe Testament, Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO), (Apeldoorn: De Banier, 2020), 228. Zie ook kanttekening 62 bij 1 Joh. 2:18. Volgens deze kanttekening is een antichrist iemand die zegt christen te zijn, maar zich verzet tegen Christus’ Persoon en ambt. Deze definitie is verklaarbaar vanuit de context van 1 Johannes, maar de antichrist die zal komen aan het einde der tijden zal zich geen christen noemen. Sterker nog, die zal alles eraan doen om de herinnering aan Christus uit te wissen.
[7] R. Guardini, De Heer: Beschouwingen over den persoon en het leven van Jesus Christus (Utrecht: Het Spectrum, 1947), 785.
[8] Van Genderen, Beknopte gereformeerde dogmatiek, 759.
[9] In de kerkgeschiedenis is er veel nagedacht over de vraag of de antichrist nu een persoon of een verschijnsel (lees: een macht) zal zijn. Toch spreekt 2 Thess. 2:3-12 duidelijk over een persoon en niet over een antichristelijke macht of iets dergelijks. Zie ook: W.H. Gispen, Grosheide, F.W., Bruijel, F., Van Deursen, A., Bijbelse encyclopedie (Kampen: J.H. Kok, 1950), 35. H. Veldkamp, Die knopen ontbindt: Over het boek Daniël (Franeker: Wever, 1962), 169.
[10] J. Hoek, Hoop op God. Eschatologische verwachting (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2004), 171-72.
[11] R. Mayhue, 1 & 2 Thessalonians: Triumphs and Trials of a Consecrated Church, Focus on the Bible, (Fearn: Christian Focus, 2005), 184.
[12] M.J. Paul, Occulte Machten En Bevrijding, Studium Generale, (Heerenveen: Groen, 2005), 87.
[13] Met dit verschil dat de ontvangenis van de Heere Jezus een unieke, eenmalige gebeurtenis is en de geboorte van de antichrist uit een ‘gewone’ samenkomst van man en vrouw.
[14] M.H. Bolkestein, De brieven aan de Tessalonicenzen, De prediking van het Nieuwe Testament, (Nijkerk: G.F. Callenbach, 1970), 198.
[15] Vergelijk dit met de volgende Bijbelteksten: Joh. 10:10, 14:6.
[16] Guardini, De Heer: Beschouwingen over den persoon en het leven van Jesus Christus, 850.
[17] Guardini, De Heer: Beschouwingen over den persoon en het leven van Jesus Christus, 855.
[18] H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek, vol. 4 (Kampen: Kok, 1967), 659. Het lijkt erop dat Bavinck de natuurlijke scheppingsorde en moraliteit ziet als datgene wat de komst van de antichrist (nu nog) tegenhoudt.
[19] M. Van Reenen, De vijand rukt vast aan: Voorbereid op de komst van de antichrist (Apeldoorn: De Banier, 2020), 47,49.
[20] Zie voor meer informatie over de antichrist in het Oude Testament: Van Reenen, De vijand rukt vast aan: Voorbereid op de komst van de antichrist, 15-16. A.W. Pink, The Antichrist (Michigan: Christian Classics Ethereal Library, 1923). Zie voor een bespreking van de antichrist in Zacharía: J. Westerink, Haggai en Zacharia: Profeten van het huis van God, Telos, (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1992), 175-80.
[21] Zelfs de apocriefe boeken lijken te spreken over de komst van de antichrist. Bijvoorbeeld het vierde boek van Ezra (algemene opstand der heidenen), Baruch (de laatste goddeloze koning overwonnen door vorst Messias) en Henoch (de vernietigingsstrijd van het Macedonische rijk tegen Israël). Bron: F.W. Grosheide, Van Itterzon, G.P. (red.), Christelijke Encyclopedie, vol. 1 (Kampen: Kok, 1960), 222.
[22] Aurelius Augustinus (354-430 n. Chr.) wees er al op dat Daniël over de komende antichrist heeft geprofeteerd. Zie hiervoor: A. Augustinus, De stad van God, vertaling G. Wijdeveld (Amsterdam: Ambo, 2007), 1017vv.
[23] Deze geitenbok is een beeld van Alexander de Grote.
[24] J. Westerink, Daniël, Uitlegger, profeet en voorbidder (Apeldoorn: Erdee Media Groep, 2007), 131.
[25] Bijbel met uitleg: Statenvertaling, (Apeldoorn: De Banier, 2015), 1310.
[26] Zie hiervoor ook: J. Flavius, The Works of Josephus : Complete and Unabridged, trans. W. Whiston (Peabody: Hendrickson Publishers, 2007).
[27] Westerink, Daniël, Uitlegger, profeet en voorbidder, 133.
[28] J.W.J. Treur, "Korte exegese Daniël," jwjtreur.blogspot.com, 2020.
[29] Mogelijk wijst ook Joh. 5:43 naar de komst van de antichrist, maar dit is niet duidelijk. Bron: Grosheide, Christelijke Encyclopedie, 1, 222.
[30] N.a.v. 2 Thess. 2:4: ‘The person indicated in v. 3 is described in v. 4 as arrogating to himself divine status. […] The language here may well be drawn from Dn. 11:36, which speaks of a certain king, almost certainly Antiochus Epiphanes’. Bron: C.A. Wanamaker, The Epistles to the Thessalonians: A Commentary on the Greek text, The New International Greek Testament Commentary, (Michigan: W.B. Eerdmans, 1990), 246.
[31] Het beest, die wordt voorgesteld als een toekomstige wereldheerser, zal zich gewelddadig tegen Christus en Zijn volgelingen keren. Veelal wordt deze persoon ook gekoppeld aan het getal 666. De kerkvader Ireneüs van Lyon, die les heeft gekregen van leerlingen van Johannes, wijst erop dat Johannes wel het nummer van het ‘beest’ in Openbaring beschrijft, maar waarschuwt tegen speculeren over de naam en identiteit van de antichrist. Want als het God had behaagd, dan zou Hij de naam van de antichrist wel hebben genoemd. Bron: English Standard Version Archaeology Study Bible, (Wheaton: Crossway, 2017), 1865. ‘The number seven refers to completeness and is repeated throughout the book. But 666 appears only here. This suggests that the triple sixes are intended as a contrast with the divine sevens throughout the book and signify incompleteness and imperfection.’ Bron: G.K. Beale, The book of Revelation: A commentary on the Greek text, The New International Greek Testament Commentary, (Michigan: W.B. Eerdmans, 1999), 721-22.
[32] Grosheide, Christelijke Encyclopedie, 1, 222.
[33] J.H. Bavinck, En voort wentelen de eeuwen: Gedachten over het boek der Openbaring van Johannes (Wageningen: Zomer & Keunings, 1977), 188.
[34] Daarvoor verwijs ik naar: Van Reenen, De vijand rukt vast aan: Voorbereid op de komst van de antichrist, 35-84.
[35] Overigens komt de term antichrist alleen voor in de Johannesbrieven (1 Joh. 2:18, 22, 4: 3 en 2 Joh. 1:7).
[36] M. De Jonge, De brieven van Johannes, De prediking van het Nieuwe Testament, (Nijkerk: G.F. Callenbach, 1968), 105.
[37] K.H. Jobes, 1, 2, & 3 John, Zondervan Exegetical Commentary on the New Testament, (Michigan: Zondervan, 2014), 123.
[38] P.J. Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, Commentaar op het Nieuwe Testament, (Kampen: Kok, 2005), 157.
[39] Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, 159.
[40] Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, 159.
[41] Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, 160.
[42] Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, 161.
[43] M.A. Eaton, 1,2,3 John, Focus on the Bible, (Fearn: Christian Focus Publications, 1996), 74-85.
[44] R.W. Yarbrough, 1-3 John, Baker Exegetical Commentary on the New Testament, (Grand Rapids: BakerAcademic, 2008), 158.
[45] A.J. Köstenberger, A Theology of John's Gospel and Letters: Biblical Theology of the New Testament, Biblical Theology of the New Testament, (Michigan: Zondervan, 2009), 267.
[46] N. Tramper, Brieven van Johannes: De rijkdom van het nieuwe leven, Luisterend leven, (Utrecht: Boekencentrum, 2015), 55.
[47] Lalleman, 1, 2 en 3 Johannes: Brieven van een kroongetuige, 164-65.
[48] D.L. Akin, Exalting Jesus in 1,2,3 John, Christ-Centered Exposition Commentary, (Nashville: B&H Publishing Group, 2014).
[49] D.M. Lloyd-Jones, Life in Christ: Studies in 1 John (Wheaton: Crossway, 2002), 251.
[50] B. Oosterom, Kernteksten uit de eerste brief van Johannes, Schriftwerk, (Kampen: De Groot Goudriaan, 1995), 44.
[51] Bijbel met uitleg: Statenvertaling, 1935.
[52] O. Winslow, De volheid van Christus: Belicht vanuit het leven van Jozef als onderkoning: Over Genesis 41-47 (Apeldoorn: De Banier, 2020), 283.
[53] J. Edwards, The works of Jonathan Edwards, vol. 1 (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2005), 608.
[54] Verg. Dan.7:11.
[55] Zie bijvoorbeeld: J. Bunyan, De heilige oorlog van El-Schaddai tegen Diabolus (Utrecht: De Banier, 1992); S.D. Post, Duivels dichtbij (Heerenveen: Groen, 2006); R.C. Sproul, Verborgen werkelijkheid: over hemel, hel, engelen en duivelen (Apeldoorn: De Banier, 2012). J.W.J. Treur, "Inleiding JV GG-Beekbergen, Een schokkende realiteit... ," jwjtreur.blogspot.com, 2016; R.D. Moore, Tempted and Tried, Temptation and the Triumph of Christ (Wheaton: Crossway, 2011). W. Gurnall, De Christen in volle wapenrusting (Veenendaal: MTHreprints, 2011); D.M. Lloyd-Jones, The Christian Warfare: An Exposition of Ephesians 6:10-13, Ephesians Series, (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2004). C.H. Spurgeon, De macht over satan (Apeldoorn: De Banier, 2008); T. Brooks, Precious remedies against Satan's devices (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2019); J. Brown, Christian's Great Enemy: A Practical Exposition of 1 Peter 5:8-11 (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2013). Van Reenen, De vijand rukt vast aan: Voorbereid op de komst van de antichrist, 155-92.
[56] Verg. Num. 22:23 en 1 Kron. 21:16. Dat de Statenvertaling hier het woord Man met een hoofdletter plaatst is niet zonder reden. De Man Die Jozua hier ontmoet is de pre-incarnatieve Christus. Dit wordt ook wel een Christofanie genoemd.
[57] Verg. Ps. 103:19-21 en 148:2.
[58] Verg. 2 Kon. 6:15-17 en Ps. 34:7.
[59] D.R. Davis, Joshua: No Falling Words, Focus on the Bible, (Fearn: Christian Focus, 2010), 52-53.
[60] Verg. Ex. 3:2-6.
[61] R.P. Dodson, Every Promise of Your Word: The Gospel According to Joshua (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 2016), 104-14. T.C. Butler, Joshua, vol. 7, Word Biblical Commentary, (Nashville: Thomas Nelson Publishers, 1983), 63.
[62] H. Veldkamp, De dag van den Zoon des mensen (Franeker: T. Wever, 1947), 111-12.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22