Dagopening: Psalm 93
Tijdens de komende dagopeningen hopen wij met elkaar na te denken over een aantal psalmen. Vandaag is psalm 93 aan de beurt. In deze psalm wordt het Koningsschap van de HEERE bezongen. Hij regeert over de gehele wereld en Hij heeft alles in Zijn goddelijke hand.[1] Ook wordt het Woord van God bezongen. Net zoals God betrouwbaar en onwankelbaar is, geldt dat ook van Zijn Woord.[2]
Juist omdat God en Zijn Woord betrouwbaar zijn, is Hij al onze lof en aanbidding waard! Waar men vroeger dacht dat ‘de goden’ slechts over een bepaald land of over een bepaalde streek macht konden uitoefenen, belijdt deze psalm dat God de hele wereld regeert.[3] Daarom roept de Bijbel ons ook op om Gods lof te verkondigen over de gehele wereld. Denk maar aan de woorden die de Heere Jezus sprak vlak voor Zijn hemelvaart: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen’ (Mat. 28:18-20).
De christenen van alle tijden en plaatsen worden in deze psalm dus opgeroepen om de majesteit van God te loven en om hiervan te getuigen. In het paradijs ging dit, met eerbied gesproken, vanzelf. Adam en Manninne leefden in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Ze waren volkomen gericht op de aanbidding van hun Schepper.
Dat brengt ons meteen bij een vraag vanmorgen. Hoe zit dit bij ons? Zijn wij al gericht op de verspreiding van Gods eer? Zijn wij overtuigd van de betrouwbaarheid van God en van Zijn Woord? Misschien zeg je hier van harte ja op. ‘Hoe meer ik van de Heere Jezus leer, hoe meer mijn hart wegsmelt in liefde. Alles wat ik nodig heb, mag ik vinden in mijn Zaligmaker. Wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing (1 Kor. 1:30). En hoewel ik Zijn majesteit niet kan doorgronden en dagelijks moet vechten tegen de zonde, leeft er één roep diep in mijn hart: ‘Geef mij Jezus of ik sterf!’.’
God regeert. Niet de mens, niet het lot, niet het toeval, niet Allah, of welk afgod dan ook. En wat een liefdevolle Koning is Hij toch! Dag aan dag zorgt Hij voor ons en roept ons iedere dag weer toe: Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart!’. Wie zou deze Koning nu niet willen dienen?!
God regeert. Dat is een feit. Maar misschien zeg je: ‘Ik geloof dat eigenlijk niet, want ik zie er niets van’. Ook dan heeft Gods Woord vanmorgen een boodschap voor jou. Luister maar naar de woorden van 1 Kor. 2:14: ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden’.
Heftig hè?! De natuurlijke mens, dat is de mens die God niet kent, begrijpt de geestelijke dingen niet. Hij is er blind voor. De natuurlijke mens kan en wil maar niet begrijpen waarom er mensen zijn die een hart vol liefde tot de Heere Jezus hebben. Waarom er mensen zijn die dagelijks bidden: ‘Heere, maak mij aan Uw beeld gelijk’. Diep in zijn hart is de natuurlijke mens hier zelfs boos om! Weet je waarom? Omdat de mens van nature diep in zijn hart vijandig is tegen God, Die een claim op zijn leven durft te leggen. Want dit betekent dat hij niet zijn eigen afgod mag blijven, maar dat hij god af moet worden. Dat het roer van het leven uit handen gegeven moet worden.
Ik moest tijdens de voorbereiding op deze dagopening denken aan iets dat nu alweer 10 jaar geleden gebeurd is. Ik liep samen met een vriend door Engeland op weg naar een supermarkt om wat te kopen. Voordat ik een drukke weg overstak keek ik goed naar links om te zien of er wat aan kwam. De weg was leeg, dus ik wilde oversteken. Op dat moment werd ik hard naar achteren getrokken. Op datzelfde moment raasde er een grote vrachtauto voorbij. Ik was er bijna onder gelopen. De val deed goed pijn, maar als ik niet gestopt was, had ik het niet na kunnen vertellen.
Zo is het ergens ook als de Heere in je leven komt. Dat kan, met eerbied gesproken, op hardhandige of op een hele zachte wijze gaan. Maar hoe het ook gaat, dit gebeurt er in elk geval: je ogen worden geopend voor de werkelijkheid van Wet en Evangelie, voor zonde en genade, voor de noodzaak van de verzoening het bloed van Christus. Niet langer ben je blind voor geestelijke zaken, maar nu zie je de werkelijkheid zoals zij is! Je ziet nu duidelijk dat God regeert. Het roer van je leven geef je nu graag uit handen. ‘Heere, zegt U het maar. Neem mijn leven, laat het Heere, toegewijd zijn aan Uw eer.’
God regeert. Ja, nu zie je het. Hij regeert in de hemel en op de aarde. Hij regeert in Nederland. Hij regeert in jouw kerk. Hij regeert in jouw leven. Maar waar je daar eerst boos om was, ben je er nu blij om. Wat ben je veilig als God aan het roer staat in jouw leven. Dan snap je Paulus als hij het uitroept: ‘Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’ (Rom. 8:31b).
God regeert. Wat een lessen hebben we als wereld en als kerk hierover mogen ontvangen in de tijd die achter ons ligt! Binnen en buiten de kerk dachten we soms heimelijk, soms onbewust, dat wij de touwtjes in handen hadden. Dat wij regeren. En wat waren we druk als samenleving, als kerk en als school. Wij zouden het wel even doen. Maar is dit verkeerd dan? Ja en nee. Nee, we hebben van God de taak gekregen om onze talenten in te zetten. Ja, wel als we vergeten hoe afhankelijk we zijn van God en dat wij in alles Gods hulp en zegen nodig hebben. Als we blijven leven alsof we het ‘zelf wel kunnen’, dan kunnen er momenten komen dat de Heere laat zien hoe afhankelijk wij mensen van Hem zijn. Denk maar aan een kind wat te ver van vader afdwaalt. Soms is er een blaffende hond nodig om het kind te laten realiseren dat hij terug moet naar de veilige armen van vader.
God regeert. Wat is dat een belangrijke les! Dat brengt mij bij een volgende vraag. Als je nu terugkijkt naar de afgelopen periode, wat heeft het je geleerd? Wat heeft het mij geleerd? Ik zou je willen aanraden deze lessen eens op te schrijven. Schrijf ook de zegeningen op die je van de Heere in de afgelopen periode hebt gekregen. Wie weet kan dit je later in je leven tot steun en bemoediging zijn. Zoals ik in een eerdere dagopening al zei, zijn wij mensen nogal vergeetachtig als het gaat om de zegeningen die wij van de Heere ontvangen. Het is een goede en Bijbelse gewoonte om deze zaken op te schrijven en er later nog eens aan terug te denken. Dit helpt je ook om op een Bijbelse manier vooruit te kijken naar de toekomst.
God regeert. De HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee (Ps. 93:4).[4] Hij regeert.[5] Zijn je ogen hier al voor opengegaan? Dan mag je een heilig ontspannen leven leiden en is het elke dag je gebed: ‘Heere, ik wil mijn treden in Uw spoor zetten, zodat mijn voet niet uit zal glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden en ga mij met Uw heillicht, met Uw betrouwbaar Woord, voor. Want Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan, al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan, al is het soms moeilijk en zwaar, de heiligheid is voor Uw huis, o HEER’, eeuw uit, eeuw in, net zolang tot al degenen die U liefhebben op de nieuwe aarde zullen thuiskomen, tot sieraard en tot eer! (Ps. 93:4 berijmd)
Ik wens jullie een goede en gezegende schooldag toe!
Literatuurlijst
Dickson, D. A Commentary on the Psalms. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1995.
Goldingay, J. Psalms 90-150. 3 vols. Vol. 3, Michigan: Baker Academic, 2008.
Grosheide, F.W. De Psalmen, Psalm 71-150. Kampen: Kok, 1952.
Tate, M.E. Psalms 51-100. Word Biblical Commentary. Nashville: Nelson Reference & Electronic, 1990.
[1] Dickson, D. A Commentary on the Psalms. Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1995, 155.
[2] Uiteindelijk is Gods Woord zelfs vlees geworden in de Persoon van Jezus Christus.
[3] Goldingay, J. Psalms 90-150. 3 vols. Vol. 3, Michigan: Baker Academic, 2008, 72.
[4] Grote wateren en de baren der zee zijn hier een beeld van het woelen van de volken, van de onrust en hoogmoed die veel mensen voortdrijft. Bron: Grosheide, F.W. De Psalmen, Psalm 71-150. Kampen: Kok, 1952, 72.
[5] ‘The Creator-King has fixed the earth so that it will not be moved (v 1) – His work of creation will not fail. In like manner His commandments have proven to be sure and trustworthy. Mankind can live with assurance in both realms. The holy presence and power of God overcome the threat of the surging floods, both in the physical world and in the world of human society.’ Bron: Tate, M.E. Psalms 51-100. Word Biblical Commentary. Nashville: Nelson Reference & Electronic, 1990, 481.
