Bijbelstudie: Lukas 13:6-9

De onvruchtbare vijgenboom (Luk. 13:6-9)

6 En Hij zeide deze gelijkenis: Een zeker man had een vijgenboom, geplant in zijn wijngaard; en hij kwam en zocht vrucht daarop, en vond ze niet.
7 En hij zeide tot den wijngaardenier: Zie, ik kome nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgenboom, en vind ze niet; houw hem uit; waartoe beslaat hij ook onnuttelijk de aarde?
8 En hij, antwoordende, zeide tot hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben;
9 En indien hij vrucht zal voortbrengen, laat hem staan; maar indien niet, zo zult gij hem namaals uithouwen.

De gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom vinden wij alleen in het evangelie naar de beschrijving van Lukas. In de verzen voor deze gelijkenis lezen wij hoe de Heere Jezus ingaat op twee verdrietige gebeurtenissen, namelijk de moord op de Galileeërs en de achttien mensen die verpletterd zijn door de toren in Siloam. In plaats van dat de Heere Jezus hier ingaat op het waarom van het lijden, roept Hij Zijn hoorders op tot bekering (13:1-5).

Het is goed mogelijk dat de mensen, die bij de Heere Jezus stonden toen Hij deze woorden uitsprak, van mening waren dat de mensen die vermoord of verpletterd waren, grote zondaren waren geweest. Dit zou dan de reden voor hun tragische einde zijn geweest. De Heere Jezus waarschuwt hen door te stellen dat hun gevoel van veiligheid misplaatst is en dat hun ondergang nabij is als zij zich niet bekeren (Luk. 13:5). Anders gezegd, een ongeluk krijgen is niet noodzakelijk verbonden met het plegen van grove zonden. Maar het krijgen van een ongeluk laat juist zien hoe kwetsbaar het leven is en hoe noodzakelijk het is dat wij de Heere Jezus leren kennen als onze Zaligmaker.

Deze oproep tot bekering gaat vooraf aan een gelijkenis die de Heere Jezus gaat uitspreken. De gelijkenis gaat over een vijgenboom die nog één kans krijgt om vrucht te dragen. Zo niet, dan zal hij vernietigd worden. De boom krijgt nog één kans. En dat terwijl deze boom de jaren ervoor ook geen vruchten heeft gedragen. Een vijgenboom droeg gewoonlijk jaarlijks vrucht en kon tussen de 6 en 9 m. hoog worden.[1] Dat een boom die al jaren geen vrucht draagt, nog een kans kreeg was erg ongebruikelijk. Want een boom die nutteloos in de wijngaard staat, gebruikt voedingsstoffen die de andere bomen ook goed kunnen gebruiken. Bovendien zou een vijgenboom in een wijngaard helemaal geen mest nodig moeten hebben. De gelijkenis toont ons dus een zeer geduldige verzorger van de wijngaard: een onvruchtbare vijgenboom die eigenlijk in de weg staat krijgt abnormale zorg en aandacht.[2]

De vijgenboom staat in deze gelijkenis symbool voor volk Israël, dat op het punt staat om door Gods oordeel getroffen te worden vanwege hun onbekeerlijkheid.[3] Deze gelijkenis laat naast deze ernstige waarschuwing ook duidelijk zien hoe groot van goedertierenheid en genade de HEERE is, dat Hij nog genadetijd geeft.

Luk. 13:6-9 vormt het einde, zeg maar de toepassing, van een preek die de Heere Jezus in Luk. 12:1 is begonnen. De doorgaande lijn in deze preek is dat ieder mens persoonlijk en het volk als geheel zich moet bekeren tot God, en dat kan en mag geen uitstel lijden!

Tot slot, ds. C.H. Spurgeon over deze gelijkenis: ‘Moge de Geest Gods heden tot u komen en u heen voeren naar de voet van Zijn kruis, en als u dan het bloed ziet, dat uw bloed heeft gespaard, en het sterven aanschouwt, waardoor u tot nu toe hebt kunnen leven, dan vertrouw ik, dat de Geest u zal doen neervallen op uw knieën, uitroepende: ‘O Jezus, hoe kan ik U beledigen? Hoe kan ik u weerstaan? Neem mij aan en verlos mij omwille van Uw goedertierenheid!’ Amen’.[4]


Gespreksvragen

1. Lees Luk. 13:6-9. De gelijkenis die de Heere Jezus hier uit spreekt is onder ons bekend als de ‘gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom’. In een commentaar over deze perikoop kreeg deze gelijkenis het volgende opschrift: ‘Gods geduld met de vijgenboom’. Welk opschrift vindt u beter passen? Waarom? Kunt u zelf nog een ander opschrift boven deze gelijkenis bedenken?

2. De man van de wijngaard zocht vruchten aan de vijgenboom maar vond ze niet (Luk. 13:6). Welke vruchten zoekt God in ons leven?

3. Volgens J.C. Ryle is het niet verwonderlijk dat de Heere God vrucht mag verwachten van het volk van de joden, aangezien Hij zoveel voor hen heeft gedaan. Ze waren apart gezet van de andere volken door de Mozaïsche wetten, hadden een eigen land van de Heere gekregen, waren door Hem beschermd en gezegend, etc. Het zou dus te verwachten zijn dat er meer geloof, meer berouw en meer heiligheid in Israël zou zijn, aldus J.C. Ryle.[5] Welke lessen liggen er in de woorden van J.C. Ryle voor ons als gedoopte mensen anno nu?

4. Van Wie is de wijngaardenier een beeld? Welke lessen liggen er in Zijn woorden en zorg voor de vijgenboom?

5. Er zijn uitleggers die menen dat de Heere Jezus in Luk. 13:6-9 verwijst naar Mich. 7:1. Wat is de boodschap van dit vers? Welke lijn ligt er tussen Mich. 7:1 en Luk. 13:6-9?

6. Lees Luk. 13:9, Mat. 7:19 en Luk. 3:9. Waar staat een omgehouwen boom symbool voor?

7. Lees Mat. 23:37. Welke waarschuwing ligt er in dit vers? En welke troost?


Bibliografie
Bock, D.L. Luke 9:51-24:53. Baker Exegetical Commentary on the New Testament. Michigan: Baker Academic, 2008.
Gispen, W.H., Grosheide, F.W., Bruijel, F., Van Deursen, A. Bijbelse Encyclopedie. Kampen: J.H. Kok, 1950.
Ryle, J.C. Ryle's Expository Thoughts on the Gospels. Vol. II, Grand Rapids: Baker Books, 2007.
Spurgeon, C.H., Freystadt, E. De Gelijkenissen Van De Heiland: Verklaard En Toegepast in Leerredenen. Franeker: Wever, 1980.
Van Bruggen, J. Lucas: Het Evangelie Als Voorgeschiedenis. Commentaar Op Het Nieuwe Testament. Kampen: Kok, 1993.


[1] ‘Vijgen vond men door het gehele land. Men plantte ze zowel in de vlakten als op de berghellingen. De vlakte rondom het Meer van Gennésareth, speciaal in de omgeving van Tiberias, was daardoor beroemd.’ Bron: W.H. Gispen, Grosheide, F.W., Bruijel, F., Van Deursen, A., Bijbelse encyclopedie (Kampen: J.H. Kok, 1950), 496.
[2] J. Van Bruggen, Lucas: Het evangelie als voorgeschiedenis, Commentaar op het Nieuwe Testament, (Kampen: Kok, 1993), 266.
[3] Dat de Heere Jezus met de vijgenboom in eerste instantie het gehele volk van de joden bedoeld, blijkt ook uit Mat. 21:18-19 en Mar. 11:12-14. Bron: D.L. Bock, Luke 9:51-24:53, Baker Exegetical Commentary on the New Testament, (Michigan: Baker Academic, 2008), 1202.
[4] C.H. Spurgeon, Freystadt, E., De gelijkenissen van de Heiland: Verklaard en toegepast in leerredenen (Franeker: Wever, 1980), 195.
[5] J.C. Ryle, Ryle's Expository thoughts on the Gospels, vol. II (Grand Rapids: Baker Books, 2007), 113.

Vaak gelezen posts:

Inleiding JV GG Beekbergen, Een schokkende realiteit...

Bijbelstudie: Openbaring 3:14-22